De hockeysters hebben de eerste van twee wedstrijden tegen Groot-Brittannië in de Pro League gewonnen. Nadat de wedstrijd in een leeg Wagener Stadion in Amsterdam in de reguliere speeltijd was geëindigd in 1-1 won Oranje met 3-1 in de shoot-outs van de olympisch kampioen.
Pien Dicke en Jo Hunter scoorden in de reguliere tijd voor respectievelijk Nederland en Groot-Brittannië. In de shoot-outs stopte goalie Anne Veenendaal drie pogingen van de Britse hockeysters en bezorgde Oranje alsnog de zege.
Het was de eerste wedstrijd in de Pro League voor Oranje sinds de wedstrijden tegen Argentinië in februari van dit jaar. De duels tegen Nieuw-Zeeland in maart werden vanwege de uitbraak van de coronapandemie uitgesteld. De ploeg van bondscoach Alyson Annan werd in de aanloop nog getroffen door mogelijk twee positieve testen, waardoor twee speelsters op het laatste moment moesten afhaken.
Voor Oranje scoorde Pien Dicke al in de eerste minuut. Ze werd met een diepe pass vooruitgestuurd en faalde niet oog in oog met Laura Unsworth. Het was haar eerste interlanddoelpunt en de 400e treffer onder Annan. Oranje liep niet verder uit, Kyra Fortuin kreeg voor de rust nog enkele kansen op een grotere voorsprong, maar kon het niet afmaken.
Groot-Brittannië kwam in het derde kwart op gelijke hoogte. De Britse hockeysters wisten niet te scoren uit twee strafcorners, maar Oranje kwam er in het vervolg niet goed uit. Daarop was het via Jo Hunter van dichtbij wel raak.
In de shoot-outs scoorden Pien Sanders, Caia van Maasakker uit een strafbal en Lidewij Welten. De inzet van Margot van Geffen werd gestopt, maar Veenendaal was goed voor drie reddingen en zorgde daarmee voor het winnen van de shoot-outs. Oranje houdt daardoor naast het punt voor het gelijkspel een extra punt aan het duel over.