Elf weken lang lag de ruim 17 meter lange boot in de loods op het droge, maar maandag woelde de Holland Acht voor het eerst weer door het water. De uitgelaten manschappen van hoofdcoach Mark Emke stapten bij roeivereniging Pampus in Almere in het vlaggenschip van de Nederlandse roeiploeg.
Roeien was in de coronacrisis al wel weer enkele weken toegestaan in de 'tweeën’, maar voor de Acht duurde het langer eer er toestemming was. Met een mondkapje voor stuurvrouw Aranka Kops was het laatste beletsel weggenomen. De acht roeiers kijken tegen elkaars rug aan, maar de stuurvrouw zit op korte afstand van slagman Robert Lücken en kijkt hem vol in het gezicht.
De tewaterlating van de boot, die zijn laatste succes vorig jaar vierde met het zilver op de WK in het Oostenrijkse Linz, had al eerder gekund, maar coach Emke wachtte nog even. '’Ik heb een pauze ingelast, vond het belangrijk dat de mannen eerst nog vakantie kregen. Vanaf vandaag begint de voorbereiding op de Olympische Spelen.’’
Tokio 2020 was normaal gesproken deze zomer het hoogtepunt geweest voor de Holland Acht. De uitbraak van het coronavirus, met kort daarna het besluit om de Spelen met een jaar uit te stellen, kwam hard aan. "Ik had wel even tijd nodig om die klap te verwerken. Als het grote doel waar je al die tijd naartoe werkt ineens wegvalt, moet je even tot jezelf komen. Ik moest de batterij weer opladen", vertelt Bram Schwarz, met 22 jaar de jongste roeier in de Holland Acht.
"Roeien is een zware sport die fysiek en mentaal veel van je vergt. Het is veel trainen, vaak lang en hard, en weinig wedstrijden. Zoals wij de sport beleven, duurt een jaar heel lang. We hebben na die klap van het afzeggen van de Spelen met een minder intensief schema de training weer opgepakt. Zo heb ik de lol weer teruggevonden en ik stap nu echt met plezier die boot weer in.’’