Jeffrey Hoogland stelde in de finale van de teamsprint in de laatste ronde de gouden medaille veilig. Voorafgaand aan de race zette de baanwielrenner zichzelf op scherp voor het moment van de waarheid door zichzelf flink boos te maken.
"Ik vind dat heerlijk. Op dat moment voel ik alles tintelen en dan komt de spanning naar boven. Ik moet mezelf woest maken om op oerinstinct te kunnen knallen en je lichaam een soort vechtersinstinct te geven", aldus Hoogland, die in de kwalificatie nog werd vervangen door Matthijs Büchli.
"En ik neem ook altijd veel cafeïne tot me waardoor je extra sterk bent. Je staat gewoon te borrelen om te gaan en drie rondes eruit te knallen met het team. En als je dan van start gaat, dan voelt het ook allemaal licht. Dan weet je dat het goed zit."
Met Hoogland voor Büchli werd de tijd van Nederland een stuk beter. "Ik kon het nog beter doen in de finale en dat heb ik in het verleden ook gedaan", aldus Hoogland. "In de rest van de mannen zit ook altijd nog meer en daarom was ik ook best ontspannen voor de finale."
Harrie Lavreysen koos tussen de races door voor thee met honing, zo bekende hij na afloop lachend. "In Japan is het heel luchtvochtig, maar hier binnen is het heel droog. Ik had ook gehoopt dat het hier binnen iets warmer zou zijn, want het is hartstikke koud voor ons."
De Nederlandse teamsprinters, drievoudig wereldkampioen, waren in de finale van de teamsprint Groot-Brittannië de baas. Ze bezorgden Nederland de zesde gouden medaille van de Spelen.