Voormalig hoogspringer Dick Fosbury is op 76-jarige leeftijd overleden. De Amerikaanse atleet introduceerde bij de Olympische Spelen van 1968 in Mexico een nieuwe techniek en sprong over 2,24 meter naar olympisch goud. De achterwaartse springtechniek die met Fosbury Flop zijn naam kreeg, wordt sindsdien door vrijwel alle hoogspringers gebruikt.
Fosbury's manager Ray Schulte meldde maandag dat de atleet een dag eerder is overleden aan de gevolgen van een vorm van kanker. "Het is met diepe treurnis dat ik moet melden dat mijn vriend en een van de meest invloedrijke atleten uit de geschiedenis van de atletiek zondagmorgen vreedzaam in zijn slaap is overleden, na een kort gevecht tegen een teruggekeerd lymfoom. Dick zal enorm worden gemist door vrienden en fans van over de hele wereld. Een echte legende en een vriend van iedereen."
De hoogspringer ontwikkelde in de jaren zestig, terwijl hij nog op school zat, zijn techniek waarbij hij na een aanloop met zijn schouders als eerste in een boog over de lat sprong. Voor die tijd sprongen hoogspringers met een rolsprong, de zogenoemde 'straddle techniek', met eerst een been over de lat. "Ik wist dat ik mijn heupen moest optillen en om dat te kunnen doen moest ik mijn schouders uit de weg krijgen. Ik sprong zo over 1,77 meter en verbeterde mezelf die dag met 15 centimeter", vertelde Fosbury in 2011 aan Athletics Weekly.
Pas in 1968 viel de nieuwe springtechniek van Fosbury op het internationale podium op. Na zijn zege bij de universiteitskampioenschappen volgde de zege bij de Amerikaanse kwalificatiewedstrijden voor de Olympische Spelen. Op de Spelen in Mexico versloeg Fosbury zijn teamgenoot Ed Caruthers en Valentin Gavrilov uit de Sovjet-Unie met een nieuw olympisch record van 2,24 meter.
"Ik heb het geluk gehad om een bijdrage aan de sport te mogen leveren, maar ik was helemaal niet van plan dat te doen", vertelde Fosbury. "Het was niet mijn intentie om het onderdeel te veranderen. Ik wist dat mijn techniek mijn weg naar succes was. Ik had deze techniek, die alleen van mij was." Bij de Spelen van 1968 was Fosbury de enige die op deze manier sprong. Bij de volgende Spelen in 1972 in München hadden 28 van de 40 deelnemers zijn manier van springen overgenomen. "Nadat ik het goud had gewonnen dacht ik dat een of twee hoogspringers mijn techniek zouden overnemen. Ik had ooit gedacht dat het de universele manier van hoogspringen zou worden."