De Olympische Spelen van Tokio zullen volgend jaar minder groots en uitbundig worden dan gebruikelijk. Om de extra kosten te drukken, werkt de organisatie aan een 'uitgeklede' versie van het mondiale sportevenement.
Veiligheid voor de atleten staat daarbij voorop, zo benadrukt voorzitter Yasuhiro Yamashita van het Japans olympisch comité. De oud-topjudoka zit ook als bestuurslid in het organisatiecomité. "De Spelen zijn normaal gesproken prachtig en extravagant, zo heb ik zelf mogen ervaren", zegt Yamashita, die als judoka in 1984 in Los Angeles goud veroverde in de open klasse en ook vier wereldtitels op zijn erelijst heeft staan. "Ik denk niet dat deze Spelen dit zullen nastreven. De eerste prioriteit is veiligheid en gezondheid."
De Spelen van Tokio zouden eigenlijk volgende week beginnen, op 24 juli. Als gevolg van de coronacrisis besloten Japan en het Internationaal Olympisch Comité (IOC) in maart om het sportevenement een jaar te verplaatsen. Het verschuiven van de Spelen kost de Japanners naar schatting ruim 5 miljard euro.
"Het zal in financieel opzicht een behoorlijk zwaar jaar voor ons worden", zegt Yamashita. "Ik denk dat de kans groot is dat we geld moeten lenen." De 63-jarige Yamashita is een jaar in dienst als voorzitter van het Japans olympisch comité. Hij volgde Tsunekazu Takeda (72) op, die onder druk opstapte omdat hij wordt verdacht van omkoping bij het binnenhalen van de Spelen. Yamashita kreeg al snel een plek in het IOC.
Het IOC-bestuur wordt woensdag door de coördinatiecommissie onder leiding van John Coates bijgepraat over de voorbereidingen op de Spelen. Vrijdag staat het 136e congres van het IOC op het programma, dat online wordt gehouden.