De zenuwen waren zo heftig bij Tasa Jiya voor haar debuut op de WK atletiek in Boedapest, dat ze er misselijk van was. De opluchting was groot bij de 25-jarige Amsterdamse toen ze als derde over de streep kwam in haar serie van de 200 meter en door was naar de halve finales.
"Ik had niet eerder meegemaakt dat ik zo nerveus was. De hitte maakte het nog erger", zei Jiya na haar race. "Een uur voor de start dacht ik wel even: waarom doe ik dit? Ik had ook gewoon lekker zorgeloos met mijn dochter op de camping aan het zwembad kunnen zitten. Maar nee, ik kies ervoor om in een stadion vol mensen even een 200 meter te gaan lopen", zei de atlete, die haar 4-jarige dochtertje Amáru wel bij zich heeft in Boedapest.
Jiya was goed weg, maar bij het uitkomen van de bocht kwam de Jamaicaanse Kevona Davis haar hard voorbij. "Die had ik wel verwacht, maar ik voelde bij mij dat de versnelling er nog niet helemaal goed in zit. Ik kon de race gelukkig netjes afmaken. Ik merkte bij de start al dat ik aan het denken sloeg en dat betekent meestal dat de flow er niet is."
Jiya viel deze zomer op met haar tijden van onder de 23 seconden en troefde op de NK in Breda wereldtopper Femke Bol af in de finale van de 200 meter. De atlete, die de topsport combineert met het moederschap, is ambitieus. Ze heeft haar zinnen gezet op deelname aan de Olympische Spelen in Parijs.
Op de WK in Boedapest zou ze graag al de olympische limiet van 22,57 lopen, maar dan zal ze nog heel wat harder moeten. Haar tijd in de serie was 22,97. "Ik heb hier heel erg lang naar toegeleefd en ik wil het graag goed doen, maar alles is nieuw en al die indrukken kosten extra energie. Ik zie dit toernooi als een prima generale voor de Olympische Spelen. Ik ben blij met alles wat naar me toe wordt gegooid, want dan ben ik weer een stukje beter voorbereid."