Voor het eerst in maanden hebben de judoka's van TeamNL woensdag in de Ruskahal op Papendal weer een echte training kunnen afwerken. "Ik ben blij dat we weer even hebben kunnen stoeien", zegt Maarten Arens, de bondscoach. "Ja, ik ben opgelucht en ongelooflijk blij. We hebben plezier gemaakt met z'n allen. Dat is nu het belangrijkste."
Als gevolg van de coronacrisis hadden ze maandenlang thuis moeten oefenen. Een tegenstander vasthouden, cruciaal bij het judo, was voor het eerst weer eens mogelijk. Dat terwijl de internationale concurrentie soms al weer langere tijd bezig was. "We hebben ongetwijfeld wat achterstand opgelopen", zegt Arens. "Dit is niet het moment ons daar zorgen om te maken. Ik denk niet dat er voor oktober/november wedstrijden zijn. We hebben nog wel even de tijd."
Alles mocht in beginsel, in corona-opzicht dan. Arens: "Vooraf hebben we iedereen laten testen en iedereen was negatief. We blijven niet afgezonderd op Papendal, 's avonds gaat iedereen naar huis. Na drie maanden niet echt hebben kunnen trainen is uiteraard niet iedereen topfit. Dat lijkt me niet zo verrassend. Maar eerlijk gezegd viel het me helemaal niet tegen hoe het ging. Het was een hele mooie dag."
Wereldkampioen Noel van 't End was eveneens opgelucht dat hij eindelijk weer een tegenstander vast kon pakken. Het leverde hem wel weer kapotte vingers en tenen op, maar dat maakte hem niet uit. "Judo is actie en reactie, en een pop daar zit weinig actie in." blikt hij terug op de afgelopen periode, waarin sparren gebeurde met een pop. "Zo fijn om weer lekker te kunnen judoën!"
Ook lichtgewicht Tornike Tsjakadoea is tevreden. "Heerlijk. Eigenlijk ging het veel beter dan verwacht. Nu is het tijd om weer wedstrijdfit te worden."