PARIJS (ANP) - Arno Kamminga en Caspar Corbeau zijn bij de Olympische Spelen in Parijs op de 100 meter schoolslag buiten de medailles geëindigd. Met name voor de 28-jarige Kamminga, de winnaar van zilver in Tokio, zal zijn zesde plek (59,32) een grote tegenvaller zijn. Het beste nummer van de als achtste geëindigde Corbeau (23) moet met de 200 meter schoolslag nog komen. Ook op dat onderdeel veroverde Kamminga drie jaar geleden zilver.
De Italiaan Nicolò Martinenghi veroverde verrassend het goud in 59,03, vlak voor de Britse wereldrecordhouder Adam Peaty en de Amerikaanse wereldkampioen Nic Fink (beiden 59,05). Zij delen het zilver.
Peaty was als titelverdediger de grote favoriet, na ook indruk te hebben gemaakt in de voorrondes. Op de vorige Spelen verwees de Brit Kamminga naar het zilver. Hij had de eerste zwemmer op dit nummer kunnen worden met drie olympische titels op een rij.
Burn-out
De halve Amerikaan Corbeau was na Kamminga pas de tweede Nederlander ooit in de olympische finale van dit nummer. Hij tikte aan in 59,98, veel langzamer dan zijn verrassend snelle serie (59,04). Als Corbeau dat persoonlijk record in de finale had kunnen herhalen, had hij met zilver gestaan.
Kamminga kwam na zijn dubbele succes van Tokio in een burn-out terecht. Sindsdien is hij nog niet teruggekeerd op zijn oude niveau, ondanks meerdere zilveren plakken op WK's. Het persoonlijk record van de Katwijker staat op 57,80, dat hij zwom in Tokio.