De Nederlandse gymnastiekunie KNGU praat met oud-turnsters en de betrokken externe partijen over de tegemoetkomingsregeling, die is opgesteld voor turnsters die gedurende hun carrière slachtoffer zijn geweest van grensoverschrijdend gedrag. De turnsters hebben veel kritiek op de opzet van de regeling.
"Het is erg belangrijk om iedereen te spreken vanwege de onvrede, het is niet zo dat 1000 euro bij het bedrag iets oplost", aldus de woordvoerder van de KNGU. Alle gesprekken worden eerst afgerond voordat er mogelijk iets verandert aan de regeling. "Het is een lang proces waar meerdere externe partijen bij betrokken zijn."
Sportkoepel NOC*NSF en de KNGU hebben het opstellen en uitvoeren van de tegemoetkomingsregeling uitbesteed aan het Centraal Bureau Klachtenmanagement in de Zorg (CBKZ). Alle partijen waren het erover eens dat de tegemoetkomingsregeling voor de slachtoffers ruimhartig, coulant en laagdrempelig moest zijn.
Het is sinds 1 maart voor de turnsters mogelijk om een financiële tegemoetkoming van 5000 euro aan te vragen. Volgens de turnsters zijn de eisen om in aanmerking te komen voor het bedrag echter veel te hoog. Zo moeten ze wekelijks minstens dertig uur getraind hebben, zijn uitgekomen op het hoogste niveau en "door langdurig grensoverschrijdend gedrag op jonge leeftijd zoveel last hebben van fysieke, psychische en/of morele klachten dat hun maatschappelijke ontwikkeling hierdoor is belemmerd". Om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming, moeten ze een omvangrijk formulier invullen en bewijzen aandragen. Als de aanvraag daadwerkelijk in behandeling wordt genomen, moeten de turnsters ook nog voor een commissie verschijnen om hun verhaal te vertellen.