De schaatsbond KNSB, sportkoepel NOC*NSF, de gemeente Heerenveen en provincie Friesland gaan ijsstadion Thialf financieel bijstaan. Thialf verkeert al enige tijd in financiële problemen. De betrokkenen hebben aangegeven dat ze vanaf september 2022 jaarlijks gezamenlijk 1,4 miljoen willen bijdragen.
De bijna anderhalf miljoen euro is precies het tekort waar de accommodatie in Heerenveen mee kampt; de opbrengsten bedragen jaarlijks zo'n 2,8 miljoen euro, terwijl de kosten 4,2 miljoen euro zijn. De activiteiten langebaanschaatsen, shorttrack en ijshockey zijn de grootste veroorzakers van het negatieve resultaat. Thialf heeft de afgelopen jaren al flink bezuinigd.
"Het is geweldig om te zien hoe de partijen zich willen inspannen om Thialf een gezonde toekomst te gunnen", aldus Pier Eringa, die gesprekken voerde met de partijen en het rapport 'Samen Thialf' opstelde. "Dat is goed nieuws voor de hele schaatswereld. Het laat eens te meer de bijzondere positie zien die Thialf in de Nederlandse sportwereld heeft."
Eringa werd gevraagd om samen met de stakeholders van Thialf tot een structurele oplossing te komen voor het jaarlijkse exploitatietekort. Wichert van Olst werd gevraagd als onafhankelijk financieel adviseur deel te nemen. Samen vormt het tweetal de commissie Eringa.
Het is de bedoeling dat Thialf voor meer doeleinden gebruikt gaat worden. Zo is de KNSB van plan om Thialf te gaan gebruiken als het nationale trainingscentrum voor de kunstrijders. Dat zou een paar ton per jaar kunnen opleveren. NOC*NSF had al een handreiking gedaan voor een extra bijdrage van 250.000 euro voor enkele jaren en de sportkoepel is bereid die bijdrage om te zetten in een structurele jaarlijkse bijdrage.
Volgens de commissie Eringa verdienen ook de vervangingsinvesteringen en het groot onderhoud aandacht. Voor de verdere ontwikkeling van Thialf zou de komende jaren 2,5 miljoen euro extra moeten worden uitgetrokken. "Thialf kan daar zelf geen bijdrage aan leveren. Het ijsstadion heeft afgelopen jaar al een forse reorganisatie ondergaan. Nog verder bezuinigen is niet verantwoord", valt in een verklaring te lezen.
Eringa doet een beroep op de landelijke overheid. "Het stadion is er neergezet met geld van de provincie, maar is van nationale betekenis. Dan past het ook als de Rijksoverheid hier zijn verantwoordelijkheid neemt en met een eenmalige bijdrage zorgt dat Thialf ook de komende tien jaar het ijsstadion kan blijven waar die sporters, het publiek en de overheden trots op zijn."
De Provincie en gemeente gaan de stellingname in een brief voorleggen aan de kabinetsformateur, zodra die aan het werk gaat.