Zwemster Ranomi Kromowidjojo heeft zich op de Olympische Spelen voor de derde keer geplaatst voor de finale van de 50 meter vrije slag. De 30-jarige Groningse, die bij Londen 2012 zowel de 100 als 50 vrij won, haalde met een tijd van 24,29 seconden als zevende de finale van zondagochtend.
Na het goud in Londen eindigde 'Kromo' vier jaar later in Rio de Janeiro buiten de medailles op het kortste nummer. Ze werd toen zesde, op 0,08 seconde van het brons en op 0,12 van het goud. De Nederlandse zwemploeg verliet Rio daardoor zonder medaille. In Tokio staat de teller al op twee zilveren medailles, beiden behaald door Arno Kamminga op de schoolslag. Bovendien haalden Femke Heemskerk (100 vrij), Kira Toussaint (100 rug) en Thom de Boer (50 vrij) een individuele finale. Dat lukte vijf jaar geleden alleen Kromowidjojo, op de 50 en 100 vrij.
"In Rio lag er zoveel druk op mijn schouders om een soort van het Nederlands zwemmen te moeten redden", zei Kromowidjojo in het Tokyo Aquatics Centre. "Dat werd toen met de dag erger. Ik dacht daarna: dit ga ik niet meer doen zo. Ik vind het leuk als ik hard zwem voor jullie en voor de mensen in Nederland, maar je gaat je beste prestatie pas leveren door gewoon je eigen 'ding' te doen. Die les heb ik van Rio geleerd. Omgaan met druk kan ik, dat heb ik in 2012 wel bewezen, maar ik wil niet de redder van het Nederlands zwemmen moeten zijn. Dat is ook niet mijn taak, we moeten het met z'n allen doen."
Kromowidjojo stelde in Tokio teleur op de 100 vrij, waar ze een swim-off had moeten zwemmen om de halve finales te halen. De olympisch kampioene van 2012 besloot daarvan af te zien en zich volledig te focussen op de 50 vrij. Die keuze leverde een plek in de finale op. "Het wordt een 'alles of niets-race'. Ervaring helpt daarbij. Dit wordt mijn derde olympische finale 50 vrij. Ik was nu net iets scherper dan in de series van vrijdagavond. Nu kijken of ik morgen in de finale nog een stuk harder kan."
De Australische Emma McKeon, die al goud pakte op de 100 vrij, plaatste zich met 24,00 als eerste. Titelverdedigster Pernille Blume uit Denemarken zette met 24,08 de tweede tijd neer, de Zweedse Sarah Sjöström de derde (24,13). "Zo'n olympische finale op dit nummer is onvoorspelbaar, dat bleek in Rio wel. Ik ben blij dat ik er bij zit."