Met zijn 19 jaar was de Nederlander Enzo Kuworge veruit de jongste deelnemer in de finale van het gewichtheffen voor mannen boven de 109 kilo. Desondanks wist hij zich op de Olympische Spelen knap staande te houden tussen de gevestigde orde. Hij droomde zelfs heel stiekem van een medaille.
Kuworge bewees in het Tokyo International Forum hoe groot zijn potentieel is. Met een totaalscore van 409 kilo werd hij zesde bij zijn olympische debuut. "Ik ben tevreden, maar ik denk dat er nog meer in had gezeten. Zeker bij het trekken was de vorm van de dag er niet helemaal", aldus Kuworge. "Maar 234 kilo bij het stoten, een Europees jeugdrecord, is ook mijn persoonlijke record. Dat moet nog even bezinken."
De tiener had aanvankelijk zijn zinnen eigenlijk gezet op de Spelen van 2024 in Parijs. "Ze zeggen dat je internationaal op je best bent rond je 28e. Dus ik heb nog wel even te gaan. Het is een kwestie van veel aan dit soort wedstrijden meedoen."
Voorafgaand aan de Spelen had de voorzitter van de Nederlandse gewichthefbond, Remco Eenink, de verwachtingen getemperd. "Ik verwacht dat hij rond de elfde of twaalfde plek zal uitkomen, al kan er bij de Spelen wel altijd iets bijzonders gebeuren. Maar zo'n deelname is in ieder geval heel goed voor zijn ervaring", had Eenink laten optekenen.
"Ik heb gelezen dat hij had gezegd dat men geen wonderen moest verwachten. Ik was niet verbaasd, maar wel teleurgesteld dat dat soort dingen over je geschreven worden, zonder overleg. Ik heb het ze laten zien en er zes plaatsen afgehaald."
Kuworge bleef 15 kilo verwijderd van een medaille, wat een geweldige stunt zou zijn geweest. Ambitieus als hij is, hoopte hij te kunnen verrassen met eremetaal. Kuworge: "Zeker toen in aanloop een Algerijn positief werd getest op corona en een Braziliaan positief testte op iets anders. Maar al met al ben ik heel tevreden."
Kuworge was de eerste Nederlandse gewichtheffer op de Spelen sinds 1968.