Schaatsster Jorien ter Mors heeft naast een startbewijs voor de 1000 meter op de Olympische Spelen van Beijing gegrepen. De 32-jarige schaatsster van Team IKO, de olympisch kampioene van de Spelen van 2018 op de 1000 meter, eindigde als vijfde op het olympisch kwalificatietoernooi in Heerenveen in 1.15,08. De winst ging naar Jutta Leerdam, die Antoinette de Jong en Ireen Wüst voorbleef.
Leerdam kwam in de slotrit tot 1.14,09 en was daarmee sneller dan De Jong die 1.14,61 reed. Wüst werd derde met 1.14,80.
De 22-jarige schaatsster van Worldstream bleef bijna een seconde boven haar tijd waarmee ze eind oktober Nederlands kampioene werd op de 1000 meter (1.13,15). Toch was de tijd van Leerdam ruim sneller dan van de concurrentie en kan ze zich gaan opmaken voor haar eerste Olympische Spelen.
Femke Kok, tweede op de NK, kwam tot 1.15,14 en werd daarmee zesde. Ook haar ploeggenote bij Reggeborgh, Michelle de Jong, grijpt naast de tickets. Ze werd met 1.14,89 vierde. Suzanne Schulting, die als shorttrackster al zeker is van deelname aan de Spelen, kwam met 1.15,42 tot de achtste tijd. Een combinatie van het shorttrack met het langebaanschaatsen op de 1000 meter zit er daardoor niet in.
Alleen de winnares van de 1000 meter op het OKT is helemaal zeker van een olympisch startbewijs. De nummers 2 en 3 moeten afwachten tot aan het einde van het OKT en of de selectiecommissie gebruikmaakt van aanwijsplekken.