Wat zou er mooier zijn dan een Nederlandse winnaar in de honderdste editie van het KLM Open? Joost Luiten acht het mogelijk. Nederlands beste golfer won immers al twee keer het oudste en grootste toernooi van Nederland.
Zijn eerste zege was in 2013 op de Kennemer in Zandvoort, zijn tweede in 2016 op The Dutch in Spijk. De jubileumeditie van het KLM Open is op The International, onder de rook van Schiphol. "Een lekker baantje dat mij wel ligt. Ik moet hier goed uit de voeten kunnen en als ik mijn beste golf speel, kan ik winnen’’, zegt de 30-jarige Bleiswijker aan de vooravond van het toernooi.
The International is een technische baan, legt hij uit. '’Het komt aan op een goed balgevoel. Je moet nauwkeurig spelen. Zo strak mogelijk van tee tot green, want als de bal iets te veel afwijkt, zit je in de problemen. Het zou mooi zijn als ik donderdag in de eerste ronde meteen een paar lekkere ballen sla. Een paar goede putts halen geeft vertrouwen.’’
Maar Luiten weet dat golf een lastige sport is. "Vorm is een ongrijpbaar fenomeen in het golf. Ik weet nog dat ik drie jaar geleden totaal niet in vorm was, maar toch won ik het toernooi in Spijk. Maar ik heb ook meegemaakt dat ik dacht in bloedvorm te zijn, maar dan wilde het helemaal niet."
Het KLM Open is een van de oudste toernooien op de Europese Tour, maar niet uitgesproken sterk bezet. Wereldtoppers komen maar zelden aan de start. "Dit jaar is het deelnemersveld wel iets sterker denk ik; vooral in de breedte. Het is voor het publiek mooi als er veel topspelers meedoen, maar voor mij als speler maakt het niet zoveel uit. Er doen 156 golfers mee en die moet ik allemaal verslaan. Ik weet dat als ik mijn beste golf laat zien, dat ik van iedereen kan winnen. En voor eigen publiek kan ik nog net even wat meer, dat heb ik al twee keer bewezen."
Luiten staat al jaren op eenzame hoogte in het Nederlandse golf. Het KLM Open loopt graag te koop met hem; Luiten is een nuchtere jongen, benaderbaar en daarmee een prima ambassadeur voor het toernooi. "Die rol en de aandacht van de media kosten wat meer energie, maar het toernooi probeer ik als alle andere te benaderen, dat werkt gewoon het beste. Ik zie overigens wel een kentering. Daan Huizing en Darius van Driel staan er heel goed voor op de Challenge Tour en normaal gesproken verdienen zij dit jaar een speelkaart voor de Europese Tour in 2020. Kijk, dan zijn we met drie Nederlanders actief op het hoogste profniveau en dat is voor zo’n klein landje echt niet slecht.’’