Manchester City heeft in de Premier League de achterstand op Arsenal teruggebracht tot 3 punten. De Engelse kampioen versloeg Aston Villa met 3-1 en profiteerde zo van het puntenverlies van de koploper een dag eerder tegen Brentford (1-1).
Vorige week verloor Arsenal met 1-0 bij Everton, maar toen ging City ook onderuit bij Tottenham Hotspur. Komende woensdag nemen Arsenal en Manchester City het tegen elkaar op in Londen, met als inzet de koppositie.
De ploeg van trainer Pep Guardiola kwam voor eigen publiek tegen Aston Villa al in de 4e minuut op voorsprong via Rodri. De Spaanse middenvelder kopte raak uit een hoekschop van Riyad Mahrez. In de slotfase van de eerste helft liep Manchester City weg door doelpunten van Ilkay Gündogan (op aangeven van Erling Haaland) en Mahrez (strafschop).
De Noorse topscorer Haaland bleef na rust achter in de kleedkamer. De nummer 9 van City had mogelijk last van een botsing met doelman Emiliano Martínez. Na ruim een uur spelen deed Aston Villa wat terug via Ollie Watkins.
Afgelopen week werd Manchester City door de organisatie van de Premier League aangeklaagd voor het overtreden van de financiële regels. In totaal gaat het om vier verschillende aanklachten, voor meer dan honderd overtredingen die hebben plaatsgevonden tussen 2009 en 2018. Een commissie gaat zich hierover buigen, na een onderzoek van maar liefst vier jaar door de Premier League. Als City schuldig wordt bevonden, kan de club in het uiterste geval uit de Engelse competitie worden gezet. Ook een puntenstraf is mogelijk.
Manchester United, de club van trainer Erik ten Hag, won zondag met 2-0 bij Leeds United en staat op de derde plaats in de Premier League. Het elftal van Ten Hag heeft 5 punten minder dan Arsenal, dat wel twee wedstrijden minder speelde.