De Nederlandse mannenploeg heeft bij de Winterspelen in Zuid-Korea brons veiliggesteld op de olympische achtervolging. Het team van bondscoach Geert Kuiper was in de strijd om de derde plek aanzienlijk sneller dan Nieuw-Zeeland: 3.38,40 tegen 3.43,54.
Namens de onttroonde titelhouder kwamen Sven Kramer, Jan Blokhuijsen en Patrick Roest in actie. Koen Verweij moest opnieuw toekijken.
De olympische finale werd gewonnen door Noorwegen, dat Nederland in de halve eindstrijd met een verschil van 1,38 seconde had verslagen. De ploeg van Havard Bøkko, Simen Spieler Nilsen en Sverre Lunde Pedersen troefde het gastland Zuid-Korea af: 3.37,32 tegen 3.38,52.
Nederland was veroordeeld tot een strijd om het brons door een nederlaag tegen Noorwegen in de halve finales. Al bij de start brak het veertje op de klapschaats van Blokhuijsen. Hij kon daardoor niet echt aanzetten en topsnelheid ontwikkelen.
,,Zijn schaats bleef steeds een beetje hangen. Je hebt dan het gevoel dat je een beetje hinkt, dat je schaatst met een soort handicap'', legde Kuiper later uit. De bondscoach deelde echter ook een verdiend compliment uit aan de Noorse ploeg, die met een tijd van 3.37,08 het olympisch record verbeterde. Het haperende Nederland, met Patrick Roest voor Koen Verweij, bleef steken op een tijd van 3.38,46.
Tegen Nieuw-Zeeland namen Kramer en co nog een beetje revanche op zichzelf. De overwinning stond al vrij snel vast. Kramer liet eerder in Gangneung weten dat hij voor zilver of brons weinig zin zou hebben om een dag later de flinke reis naar Medal Plaza in Pyeongchang te maken. Met een redelijk strakke race nam de kopman van Oranje toch zijn verantwoordelijkheid in de troostfinale.