De lach was niet weg te wissen van zijn gezicht en zijn gouden tand blonk in de zon. Churandy Martina was verguld met zijn 10,19 op de 100 meter tijdens de FBK Games in Hengelo. Die tijd was weliswaar nog geen limiet voor de WK in Doha, maar het was zo vroeg in het seizoen voor zijn doen een rappe 100 meter. Bovendien is Martina verre van blessurevrij. ''Dit was pas de vijfde keer dit jaar dat ik uit een startblok kom’’, zei de atleet van Curaçao na de race, waarin hij als vierde eindigde in dezelfde tijd als de Jamaicaanse nummer drie Tyquendo Tracey. De Ivoriaan Arthur Cissé won in 10,05.
De 34-jarige Martina loopt inmiddels geen wedstrijd meer zonder pijn. Zijn gevoelige achillespezen zijn niet meer te genezen lijkt het wel, maar van ophouden wil hij niet weten. ''Nog één keer de Olympische Spelen en dan ben ik klaar.'' Hij toont meteen zijn onderarm met de tatoeages van de vijf olympische ringen. Vier zijn er ingevuld, het vijfde rondje is nog leeg. ''Dat is nog een lelijk gezicht.''
Hij moet door zijn broze pezen wel zijn trainingen steeds aanpassen. ''Ik kijk elke dag hoe het gaat. Ook mijn spikes moet ik zo laten maken dat ze niet te veel drukken op die pezen. Hier in Hengelo wilde ik sowieso lopen, dus de afgelopen dag heb ik niet veel getraind. Ik voel me verder prima, er is geen druk. Ik heb al vier keer meegedaan aan de Olympische Spelen, dat is toch al heel mooi.’’
De limiet voor de WK dit najaar in Doha kent hij, die is 10,10. ''Maar ik wil 10.05 lopen. Dat is de olympische limiet. Daar ga ik voor.'' De wedstrijd in Hengelo gaf hem de overtuiging dat het wel goedkomt. ''Ik had een heel goed tweede stuk, dus op die versnelling hoef ik niet te trainen. Ik kan me richten op de start en het eerste stuk.''