Bondscoach Laurent Meuwly kondigde in februari van dit jaar al aan dat Femke Bol deze zomer harder dan ooit zou gaan lopen op de 400 meter horden. De wereldtitel in Boedapest was het bewijs.
"Zet de horden maar in de baan. Als je zo'n wereldrecord kan lopen op de 400 meter indoor, dan zal ze straks ook een stuk harder gaan op de 400 meter horden", waren zijn profetische woorden, nadat Bol bij de NK indoor het 41 jaar oude wereldrecord op de 400 meter indoor van de Tsjechische Jarmila Kratochvilova uit de boeken liep en een onwaarschijnlijk snelle 49,26 klokte.
Meuwly was toen al begonnen met een belangrijke, maar technisch lastige aanpassing voor zijn pupil op de 400 meter horden. De Zwitser had bedacht dat de Amersfoortse profijt zou hebben van minder passen tussen de hekjes; veertien in plaats van vijftien.
Het betekende dat ze langere passen moest maken én tot de zevende van de tien horden van opzwaaibeen moest wisselen. "Het is een totaal andere manier van lopen, heel efficiënt en het komt veel dichter bij haar natuurlijke manier van lopen", zei Meuwly toen.
De aanpassingen waren volgens de bondscoach nodig om de strijd met Sydney McLaughlin-Levrone beter aan te kunnen. De Amerikaanse won vorig jaar op de WK in Eugene het goud in een wereldrecord van 50,68. Bol kwam in de finale meer dan 1,5 seconde later als tweede over de finish.
Ze schrok ervan dat het gat zo groot was, maar liet zich niet uit het veld slaan. "De prestatie van Sydney inspireert en motiveert me’’, zei ze. ‘’Een jaar geleden werd er voor het eerst onder de 52 seconden gelopen en nu al onder de 51. Ik ben zelf ook heel snel wereldtop geworden. Er is veel mogelijk.’’
De Amersfoortse toonde zich een snelle leerling, want ze verbeterde zich in aanloop naar de WK in Boedapest aanzienlijk. In juli bij de Diamond League in Londen kwam ze al tot 51,45, een Europees record en de derde tijd ooit. Toen was al duidelijk dat ze in Hongarije geen last zou hebben van McLaughlin, omdat de Amerikaanse haar aandacht had verlegd naar de 400 meter vlak.
Bol zelf gaf keer op keer aan dat de wereldtitel het grote doel was, maar zelfs na haar dominante optreden in de halve finales weigerde ze al over het goud te praten en vond ze het vooral belangrijk dat ze de race had ‘uitgevoerd’ zoals die vooraf in haar hoofd zit. "Iedereen verwacht dat ik ga winnen, maar je weet nooit wat er kan gebeuren’’, waarmee ze doelde ze op haar onfortuinlijke val in de finale van de 4x400 meter gemengd. Ze struikelde luttele meters voor de meet en verspeelde een vrijwel zekere gouden medaille voor de Nederlandse ploeg.