Rafael Nadal hoeft in de nadagen van zijn rijke tenniscarrière niet meer zo nodig de nummer 1 van de wereld te worden. De 36-jarige Spanjaard, die deze week op het masterstoernooi van Parijs zijn rentree maakt op de baan na bijna twee maanden afwezigheid op de ATP Tour, wil vooral toernooien winnen.
"Ik wil op ieder toernooi dat ik speel zo goed mogelijk presteren. Maar ik vecht in deze fase van mijn carrière niet meer voor de eerste plaats op de wereldranglijst", zei Nadal. "In het verleden deed ik dat wel. Ik heb dat doel een paar keer in mijn carrière bereikt en daar ben ik heel trots op", aldus de Spanjaard, die in totaal 209 weken de ranglijst aanvoerde en vijf keer het jaar afsloot als nummer 1 van de wereld. Voor het laatst deed hij dat in 2019.
De Spanjaard neemt op dit moment de tweede plaats in, achter zijn 19-jarige landgenoot Carlos Alcaraz. Nadal kwam begin september voor het laatst in actie op de ATP Tour. Hij werd uitgeschakeld in de vierde ronde van de US Open en speelde daarna alleen nog een dubbelpartij met Roger Federer op het toernooi om de Laver Cup, bij het afscheid van de 41-jarige Zwitser. Nadal ging vervolgens snel naar huis, waar zijn vrouw korte tijd later beviel van een zoon.
De Spanjaard, recordhouder bij de mannen met 22 grandslamtitels, komt woensdag in Parijs weer in actie. "Ik ben blij dat ik terug ben, al is het even afwachten hoe mijn lichaam gaat reageren. Het was een ander gevoel dan normaal om weg te gaan van huis. Ik ken mijn zoon pas drie weken, maar ik mis hem nu al. Gelukkig bestaat met de huidige technologie de mogelijkheid om te videobellen."