Nederlandse WK-oogst oogt fraai in Thialf, maar schijn bedriegt

15 feb 2021, 7:51 Sport
nederlandse wk oogst oogt fraai in thialf maar schijn bedriegt
Een oude schaatswijsheid luidt: wie er niet is, kun je niet verslaan. Met andere woorden: niet zeuren over wie er niet deelneemt, maar blij, trots en tevreden zijn met de behaalde resultaten. Zo bekeken, was de Nederlandse oogst bij de WK afstanden in Heerenveen best wel fraai: zeven keer goud, zes keer zilver en vijf keer brons. Ter vergelijking: de wereldtitelstrijd vorig jaar in Salt Lake City leverde voor Oranje op de olympische nummers vijf keer goud, vijf keer zilver en twee keer brons op.
Maar de schijn bedriegt. Want hoe je het ook wendt of keert, het deelnemersveld in Thialf was nogal gedevalueerd. Onder meer Japan, China en Zuid-Korea ontbraken vanwege de coronacrisis in de Friese schaatsbubbel. Vooral de absentie van Japan, met Johan de Wit als succesvolle bondscoach, zorgde voor een vertekend beeld in de internationale schaatsverhoudingen. De sprintwereldkampioenen Tatsuya Shinhama en Miho Takagi reden met olympisch kampioene Nao Kodaira en andere selectieleden in Nagano hun eigen mini-WK en waren op sommige afstanden aanmerkelijk sneller dan de winnaars in Thialf.
Dan was er ook nog een andere factor, waardoor de medaillespiegel er voor Nederland misschien iets te zonnig uitzag. De internationale toppers die er wel waren, arriveerden vorige maand vrijwel allemaal met een trainingsachterstand en een gebrek aan wedstrijdritme in de Friese bubbel. Daar waar de selectieleden van Oranje in november en december voluit trainden en nationale toernooien reden, was er na het schrappen van het wereldbekerprogramma voor de buitenlandse schaatsers vrijwel niets te doen. Mede daardoor waren erkende kampioenen als de Rus Pavel Koelizjnikov, de Nederlandse Canadees Ted-Jan Bloemen en de Tsjechische Martina Sablikova bij de WK minder goed op dreef dan in andere jaren.
"Je weet wat er altijd wordt gezegd: de WK afstanden in een pre-olympisch jaar zijn een voorbode van de Winterspelen", stipt technisch directeur Remy de Wit van de KNSB aan. "Dit is natuurlijk een uniek jaar en inderdaad, Japan was er niet. Maar ik ben best tevreden met onze score. Ik zie voldoende progressie."
De vraag is echter of de Nederlandse ploeg bij Peking 2022 de olympische medaillescore van 2018 (zeven goud, vier zilver, vijf brons) kan benaderen. De meervoudige kampioenen Ireen Wüst en Sven Kramer, beiden 34 jaar, lijken over hun top heen. Bovendien voorspelt het daverende optreden in Thialf van de Zweed Nils van der Poel, de nieuwe wereldkampioen op de 5000 en 10.000 meter, voor met name Patrick Roest niet veel goeds.