De Nederlandse sportkoepel NOC*NSF vindt het "niet onlogisch" dat het kabinet de belangrijkste coronasteunmaatregelen per 1 april stopzet. Volgens Erik Lenselink, manager Corporate Affairs bij NOC*NSF, hebben sportbonden en clubs echter wel andere steun nodig voor de langere termijn. "Want we vrezen dat het na-ijleffect nog jaren kan voortduren."
Volgens NOC*NSF blijven investeringen nodig om de Nederlandse sport weer 'de oude' te laten worden en vooral om de bevolking weerbaarder, actiever en fitter te maken. "We begrijpen dat de noodsteun stopt nu de maatregelen verdwijnen of afgeschaald worden. Maar de herstelopgave begint nu pas", aldus Lenselink. "We willen Nederland weer vitaal krijgen. Of eigenlijk: vitaler dan we waren. Want één van de redenen waarom deze pandemie er zo ingehakt heeft, is dat veel mensen niet fit waren. Een van de beste manieren om in de toekomst zo'n pandemie aan te kunnen, is om een weerbare bevolking te hebben."
Uit onderzoek dat NOC*NSF gedurende de pandemie liet uitvoeren door het Mulier Instituut, kwam naar voren dat in de sport zo'n half miljard euro aan eigen vermogen is verdampt. "En dat geld is niet zomaar terug. Het aantal leden van clubs is teruggelopen, het aantal vrijwilligers ook. Over de hele breedte gezien is het aantal sporters in Nederland zelfs dramatisch gedaald. De sport heeft dus steun nodig om weer op het 'oude' niveau te komen. Dat hoeft geen coronanoodsteun te heten, maar dat mag ook een ander type steun zijn", aldus Lenselink.
Uit de laatste Monitor Sport en Corona van het Mulier Instituut kwam naar voren dat financiële impact van de pandemie vooral dankzij de steunmaatregelen van de overheid beperkt bleef. Clubs konden hierdoor hun omzetverlies opvangen en salarissen blijven doorbetalen. Het Mulier Instituut berekende dat de sport in 2020 en 2021 zo'n 1 miljard euro heeft ontvangen uit de steunpakketten.
Bij NOC*NSF zijn geen voorbeelden bekend van sportverenigingen die als gevolg van de pandemie zijn omgevallen. "We zien wel dat bonden hebben ingeteerd op eigen vermogen en dat daar minder mensen werken. De kwaliteit van hun dienstverlening wordt daardoor minder. Je kan dan in een soort vicieuze cirkel belanden, zoiets kan nog jaren doorwerken", aldus Lenselink. "We willen samen met de overheid proberen om Nederland weer vitaal te krijgen."