Ook in de amateursport zouden trainers en begeleiders een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) moeten kunnen overleggen voordat ze bij een club aan de slag gaan. Daarvoor pleitte dinsdag NOC*NSF-directeur Marc van den Tweel tijdens het tweede jaarcongres Centrum Veilige Sport Nederland op Papendal. Mariëtte Hamer, regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld, onderschreef de oproep.
De VOG-plicht geldt op dit moment al wel in de topsport, net als bijvoorbeeld in het onderwijs, de kinderopvang en bij Scouting Nederland. In de amateursport is het een vrije keuze. Van den Tweel noemde het een basisprincipe om trainers en begeleiders van kinderen en andere kwetsbare groepen om een VOG te vragen. "Het is maatschappelijk niet uit te leggen dat een kind op school en op de opvang een bepaalde mate van bescherming geniet door eisen die we stellen aan begeleiders, terwijl die eisen niet meer gelden op de sportvereniging", aldus de algemeen directeur van de sportkoepel.
Bij zo'n 5000 van de in totaal ruim 24.000 bij sportbonden aangesloten verenigingen is een VOG verplicht voor vrijwillige en betaalde medewerkers die met kwetsbare groepen werken. In de meeste gevallen kunnen zij voor vrijwilligers via NOC*NSF gebruik maken van de gratis VOG-regeling. Sommige gemeenten hanteren voor aanbieders van amateursport basiseisen wat betreft sociale veiligheid. Die bestaan naast de verplichte VOG uit een gedragscode, een vertrouwenscontactpersoon en (digitale) pedagogische scholing voor begeleiders.
"Het is goed als deze eisen algemeen worden", zei Hamer. "Een VOG is een belangrijk middel om de veiligheid te bewaken, ook in de amateursport. Daarnaast is het van groot belang dat er ook in de amateursport gedragscodes en vertrouwenspersonen zijn. Ik hoop dat alle amateurverenigingen daar de schouders onder willen zetten."
Clubs voeren vaak aan een verplichte VOG te zien als een belemmering voor het aantrekken van vrijwilligers, die toch al moeilijk te vinden zijn.
Van den Tweel streeft niet naar een wettelijke verplichting. "Het moet een vanzelfsprekend begin zijn van het creëren van een veilig sportklimaat op de club, niet een afvinkpunt in de administratie. Zolang het Centrum Veilige Sport Nederland nog steeds meldingen van de meest zwart-witte vormen van seksueel misbruik krijgt, hoeven we niet te discussiëren over het nut van een VOG."