Noorwegen heeft het record van meeste gouden medailles op één Winterspelen verbroken. Biatleet Johannes Thingnes Bø pakte het vijftiende goud voor zijn land op de Spelen van Beijing. Noorwegen overtrof daarmee het record van veertien keer goud, dat Canada in 2010 vestigde en op de Spelen van 2018 werd geëvenaard door de Noren en de Duitsers. Noorwegen verwacht nog meer medailles te pakken deze Spelen.
De gouden plakken werden behaald in de disciplines biatlon, skispringen, Noordse combinatie, schaatsen, langlaufen en freestyle skiën. Volgens de Noorse chef de mission Tore Øvrebø is dat succes mede te danken aan het uitblinken van zijn land in sporten die veel verschillende medailleonderdelen hebben, zoals biatlon en langlaufen. Ook worden deze Spelen in totaal 109 gouden medailles uitgereikt, zeven meer dan vier jaar geleden in Pyeongchang. Op de eerste Winterspelen, in 1924, waren slechts zestien gouden plakken te verdienen.
Nederland is dankzij het goud van schaatser Thomas Krol op de 1000 meter gestegen naar de gedeelde vijfde plaats in de medaillespiegel. Net als Zweden heeft TeamNL nu zeven gouden, vijf zilveren en vier bronzen medailles. Behalve Noorwegen staan ook nog Duitsland, de VS en China boven Nederland. Duitsland, dat de tweede plek inneemt, heeft tien gouden medailles; de VS en China acht.
Nederland kan nog aan het eigen record van acht gouden medailles op een Winterspelen komen, een aantal dat in 2014 en 2018 werd behaald. Die achtste titel moet zaterdag dan komen bij de massastart, waar Irene Schouten en Marijke Groenewoud bij de vrouwen tot de kanshebster behoren. Sven Kramer en Jorrit Bergsma doen mee bij de mannen.