Schaatsploeg Reggeborgh kreeg bij de succesvolle NK afstanden in de persoon van Jenning de Boo een nieuw stralend uithangbord. De 19-jarige Groninger won na zijn indrukwekkende 500 meter ook de 1000 meter op imposante wijze. Hij reed met 1.07,36 in Thialf een tijd die de grote voorbeelden uit zijn ploeg, Kjeld Nuis en Hein Otterspeer, in hun lange carrière daar nog nooit hebben gerealiseerd.
De Boo werd door zijn manager in maart nog 'ertussen gewurmd' hij Reggeborgh. Na het zien van oude beelden besloot coach Gerard van Velde het te proberen met de 1,95 meter lange schaatser, die eerder wereldkampioen junioren bij het shorttrack was geworden. Op zijn eerste kwalificatietoernooi greep hij nipt naast een wereldbekerticket voor de 500 meter, maar veroverde er wel een op de 1000 meter. De eerste kennismaking met de internationale wedstrijden was goed, al zei hij vermoeid te zijn na het vierde wereldbekerweekend.
Daarna en in aanloop naar de NK verhuisde De Boo nog even naar zijn eigen kamer in Heerenveen. "Ik was nog gewaarschuwd door de trainers dat het allemaal energie kostte, maar ik wilde er zo graag in. Sinds ik terug ben uit Polen ben ik er gaan wonen na een tripje naar de IKEA en de Gamma."
Het lijkt de schaatser makkelijk af te gaan. Daarvoor prijst hij ook de hele ploeg. "Ik ben hier deze zomer binnengekomen en was best zenuwachtig. Niemand kende mij en ik kende niemand, ja van naam", vertelt hij. "En dan kom je toch in een team met Kjeld, Hein en Femke Kok. Daar kijk je toch tegen op. Maar ik ben supergoed opgevangen."
Veel zaken weet hij ook nog niet. Zo moest Kok hem vertellen dat de nationale titelstrijd op de 500 meter over twee ritten ging. En gevraagd naar de nationale records met de snelle banen in Salt Lake City en Calgary in het verschiet, twijfelt hij en wijst naar teamgenoot Tim Prins. "Hij weet dat vast." Prins, de nummer twee op de 1000 meter in 1.07,52, reageert gevat: "Ik zou het knap vinden als hij dat weet."
Hij noemt het zelf onwetendheid, maar is het ook eens met de term onbevangenheid. "Dat is ook een beetje mij en ik denk dat dat niet zomaar weggaat." Hij kijkt uit naar de grote toernooien, volgende week de EK afstanden in Thialf, in februari de WK in Calgary en daarna de WK sprint in Inzell. "Heel gaaf om mee te maken."
De Boo zegt niet te weten wat hij op het snelle ijs kan. "Ik heb vandaag 26,5 mogen rijden in mijn tweede ronde", zegt hij trots zonder te vermelden dat zijn eerst rondje van 24,4 razendsnel was. "Ik denk altijd dat er nog rek in zit."