Snookerlegende Ronnie O'Sullivan hecht weinig waarde aan het record dat hij maandagavond vestigde. Hij kroonde zich in Sheffield voor de zevende keer tot wereldkampioen. Hij heeft nu evenveel wereldtitels als Stephen Hendry.
"Ik heb nooit veel belang gehecht aan records. Wanneer je ze hebt, is het wel fijn. Ik heb geen doelen. Ik hou gewoon erg van het spelletje en heb genoten van elk toernooi dit jaar. Ik hou ervan te winnen, maar dat is niet alles voor mij", zei de 46-jarige O'Sullivan.
Ruim tien jaar geleden was O'Sullivan al dicht bij het einde van zijn loopbaan, zo erkende hij na afloop van de finale. "Op mijn 35e dacht ik dat het klaar was. Toen ik in 2011 een psycholoog bezocht, was ik klaar om te stoppen. Geen enkele andere snookerspeler wist op die leeftijd nog iets te winnen en spelers als Stephen Hendry en Steve Davis waren op hun weg terug. Ik had al geaccepteerd dat dat de trend was."
O'Sullivan wil volgend jaar op jacht naar zijn achtste wereldtitel. "The Crucible haalt het slechtste in mij boven. Het is vermoedelijk niet het beste idee, maar volgend jaar proberen we het waarschijnlijk opnieuw", aldus de Engelsman. "Ik ben alleen meer bezig met snooker en dat was een probleem deze week. Ik raakte er emotioneel bij betrokken en het was moeilijk om dat niet te doen op dit toernooi. Elf maanden lang was het een soort vakantieperiode. Winnen of verliezen, het maakte me niet zoveel uit. Maar dit was een ander beestje."
Ook in 2001, 2004, 2008, 2012, 2013 en 2020 was O'Sullivan de beste op het WK.