Theo Bos zag zaterdagavond de Chinese Guo Yufang verrassend het brons pakken op de 500 meter tijdrit bij de WK baanwielrennen in Frankrijk. De vijfvoudig wereldkampioen is tegenwoordig bondscoach van de Chinese mannelijke sprinters. "Maar ik stuur de vrouwen wel een beetje", vertelde de 39-jarige Hierdenaar op de piste van Saint-Quentin-en-Yvelines.
Bos tekende afgelopen winter een contract bij de Chinese bond tot en met de Spelen van Parijs 2024. "Al weet je het nooit in China." Hij is geen coach geworden in China om te doen wat hem gezegd wordt. "Ik heb voor mezelf een plan gemaakt: zo wil ik het doen. Ik heb de afgelopen vijf jaar gezien en ervaren wat goed werkt voor de Nederlandse sprinters. Daar wil ik niet te veel van afwijken."
Hij kwam in een land waar Covid nog steeds de bewegingsvrijheid beperkt. Bos en zijn renners leven op en rond de wielerbaan. "Met een hek eromheen, we mogen er niet vanaf." De voormalig sprintkampioen, met een appartement in Monaco, laat zich echter niet zo makkelijk afschrikken. Ook om zijn vriendin te bezoeken, een Russische die in Beijing Engelse les geeft, klimt hij af en toe over een hek. "Ik ben weleens gesnapt. Dat kreeg ik wel te horen."
Op sportieve gronden bouwde hij al aardig wat krediet op. De teamsprinters wonnen dit jaar een wedstrijd voor de Nations Cup in Cali, maar op de WK vielen ze met de zevende plaats ietwat tegen. "Bij de vrouwen zijn ze altijd goed geweest, met olympische titels in Rio en Tokio. Maar er wordt nu met drie in plaats van twee rensters gereden. Dat is anders trainen, ze zullen stappen moeten zetten."
Voorlopig speelt de Nederlander daarin een bescheiden rol, zijn collega-bondscoach kiest voor rensters die Bos niet per se zou opstellen. "Ik word soms wel een beetje moe van hoe het gaat. Moet ook schakelen om nu met een groep naar een WK te gaan die top 8 ambieert. Ik ben een ander niveau gewend. Ze hebben potentie, maar geloven het zelf niet."
Van de vrouwen wordt over ruim anderhalf jaar in Parijs nieuw succes verwacht. "Daarvoor ben ik aangetrokken, maar er ontstond wrijving. Niemand deed de mannen, die ben ik maar gaan begeleiden. Bij de vrouwen moet ik soms slim zijn in het geven van advies."
Over politiek praten is niet de bedoeling. "Ik kan ze hooguit vertellen over hoe sommige dingen in Nederland werken. Hun leven is eten, trainen, slapen. En als ze naar het buitenland gaan is de opdracht: niet over politiek praten. Ze zien wat van de wereld, maar ze vinden het allemaal maar niks. Pas thuis worden ze weer helemaal blij."