Drie jonge Nederlandse veldrijdsters verdeelden dit seizoen de hoofdprijzen in de modder. Bondscoach Gerben de Knegt zag van dichtbij de opkomst van Fem van Empel, Puck Pieterse en Shirin van Anrooij en was niet eens verbaasd. "Bij de eerste crosstraining in augustus zag ik hoe Fem de aanwezige juniormannen pijn deed. Toen zei ik al: die gaat deze winter vijftien crossen winnen." Van Empel staat inmiddels op dertien overwinningen. De belangrijkste, de wereldtitel, moet daar zaterdag in Hoogerheide aan worden toegevoegd.
Waar Van Anrooij met haar ploeg Trek-Segafredo een wegprogramma reed, waren Van Empel en Pieterse veelvuldig op pad met De Knegt, die ook de bondscoach van de mountainbikeselectie is. "Fem en Puck waren in het MTB-seizoen bijna wekelijks mee. Ik heb van dichtbij kunnen zien hoe zij qua vermogen een grote stap hebben gezet. Alleen kun je dan nog niet goed inschatten hoe zich dat vertaalt naar het crossen. Maar bij die eerste training konden de beste juniormannen Fem er niet af rijden, integendeel", constateerde De Knegt.
Van Anrooij besloot kort voor de wereldtitelstrijd in Hoogerheide nog een keer bij de beloften uit te komen. De uit het Zeeuwse Kapelle afkomstige renster werd in 2020 al wereldkampioen bij de juniorvrouwen, maar zag de afgelopen twee jaar Van Empel en Pieterse de titel opeisen in de categorie voor rensters tot 23 jaar. De Knegt: "Ik heb me niet te veel met haar keuze bemoeid, maar vind het een goed besluit. Fem en Puck hebben die titel al op zak."
Liefst zeven keer stonden Van Empel, Pieterse en Van Anrooij, alle drie nog steeds pas 20 jaar, samen op het podium van een wereldbekerwedstrijd. Van Empel, afkomstig uit het Brabantse Den Dungen, won er zeven en pakte de eindzege in het regelmatigheidsklassement. Amersfoortse Pieterse was vier keer de winnaar, Van Anrooij won drie wereldbekercrossen. Ja, erkent De Knegt, buitenlandse coaches vragen regelmatig hoe het komt dat Nederland het veldrijden bij de vrouwen volledig beheerst. "En ik vertel gewoon alles, het is namelijk geen hogere wiskunde. Onze kweekvijver is gewoon groter."
De Knegt verwijst naar de clubstructuur, die jonge renners en rensters de kans biedt zich ook in het veldrijden te bekwamen. En er zijn op zeven locaties de landelijke trainingen voor talenten die eruit springen. "Het schijnt voor andere landen moeilijk te zijn op zeven plaatsen betaalde krachten in te zetten." Die trainingen zijn een inspiratie, zeker als Van Empel zich gewoon in Alphen meldt. "Het werkt aanstekelijk. Er komen tegenwoordig ook steeds meer mensen kijken."