Het werd Jasper Philipsen even te veel toen hij voor de camera moest uitleggen hoe hij de vijftiende etappe van de Tour de France had gewonnen. "Ik ga niet huilen voor de televisie", klonk het enigszins beschroomd, terwijl bij de 24-jarige Belgische coureur de tranen opwelden. "Ik zat er zo vaak dichtbij." In Calais, eerder deze Tour, dacht de sprinter van Alpecin-Deceuninck zelfs dat hij gewonnen had. Het was hem ontgaan dat zijn landgenoot Wout van Aert al kort voor het peloton was gefinisht.
"Het is ongelooflijk. Ik weet wat verliezen in de Tour is. Ik zat er zo vaak dichtbij. Het is zo mooi dat het vandaag gelukt is. Er gaat dan heel veel door je heen", verklaarde Philipsen zijn tranen. In de Tour van vorig jaar eindigde hij drie keer als tweede en drie keer als derde.
Zijn ploeg mikte aanvankelijk vooral op succes voor Mathieu van der Poel, maar zijn Nederlandse kopman miste vorm en verdween woensdag uit de Tour. Philipsen: "We hebben lang op succes moeten wachten. Maar we zijn erin blijven geloven. Ik wist dat ik goede benen had en kende deze aankomst nog van vorig jaar. Voor de laatste bocht zou het dringen worden en moest je in een goede positie zien te komen omdat het daarna niet ver meer was."
Dat lukte Philipsen, die met een halve fietslengte Van Aert en de Deen Mads Pedersen voorbleef. "Ik heb lang moeten wachten voordat ik succes had in de Tour, heb er hard voor gewerkt. Het was wachten op de juiste kans, die was vandaag."