De sport is door het coronavirus tot stilstand gekomen, maar dopingcontroles moeten uiteraard gewoon doorgaan. Maar de Dopingautoriteit in Nederland heeft net als andere instanties te maken met beperkende maatregelen. "Onze planning ligt zowel wat betreft voorlichtings- als controleprogramma's in puin", zegt Herman Ram, voorzitter van de instantie die onder meer verantwoordelijk is voor alle dopingcontroles in Nederland.
Dat gaat gemiddeld om 65 controles per week: de helft bij wedstrijden, de andere helft out-of-competition. "Maar binnen wedstrijdverband gebeurt er nu dus sowieso niets want er zijn geen wedstrijden", vertelt Ram, die ook te maken heeft met werknemers die, bijvoorbeeld omdat ze in Noord-Brabant wonen of ziekteverschijnselen vertonen, niet in actie kunnen komen. "We moeten ons ook aan de hygiëne-richtlijnen houden en zowel onze mensen als sporters beschermen."
Trainingscentra werden dit weekeinde afgesloten, een plaats waar ook regelmatig controleurs op bezoek gingen. "Het is een heel andere situatie. Het is drukker dan ooit met de aanpassingen op whereabouts. Er zijn enorm veel mutaties." Sporters moeten op whereabouts aangeven waar ze verblijven zodat ze te vinden zijn.
Ram zegt vier maanden voor de Olympische Spelen niet te kunnen leveren wat hij eigenlijk zou willen. "Maar dat geldt voor veel antidopingorganisaties. In Nieuw-Zeeland speelt het nog niet, daar is de impact van het coronavirus nog beperkt. Maar in landen als Spanje en Denemarken is een volledige 'lockdown' en mogen controleurs niet eens meer de straat op."
"We staan onder druk", erkent Ram, met het oog ook op de Olympische Spelen. "Met voldoende controles wil je ook zo 'schoon ' mogelijke Spelen realiseren. Het is nog te vroeg om te zeggen of dat alsnog lukt. Het duurt nog vier maanden. Maar als de situatie lang blijft zoals hij nu is wordt het moeilijk het aantal afgesproken controles te halen."