Tadej Pogacar geniet tot nu toe van de strijd met Jonas Vingegaard in de Tour de France. De Sloveen, Tourwinnaar in 2020 en 2021, verloor in de eerste week tijd op de Col de Marie Blanque, maar pakte later bij twee gelegenheden weer wat seconden terug. "We gooien bommetjes naar elkaar. Het is een mooie strijd", zei de kopman van UAE Team Emirates op de rustdag in de Tour.
Zondag op de Puy de Dôme was zo'n moment dat hij weer wat tijd kon winnen op de Deen van Jumbo-Visma, de Tourwinnaar van vorig jaar. Al was het maar acht seconden. In het Jumbo-kamp zou zijn gesuggereerd dat dit de beste Pogacar ooit was. "Dan kennen ze mijn trainingsdata niet", lachte de 24-jarige Sloveen. "Ze weten lang niet alles van mij. Ik kan zeggen: het was goed, maar het kan beter." Vingegaard leidt het klassement met een voorsprong van 17 seconden.
Pogacar was de grote man in het voorjaar dat abrupt werd afgebroken na een val in Luik-Bastenaken-Luik, waarbij hij breuken in zijn linkerpols opliep. Voor de Tour kwam hij alleen nog in wedstrijdverband in actie op de nationale kampioenschappen van zijn land. Zowel in de wegkoers als in de tijdrit was hij de beste. "Ik denk ook niet dat de basis van het voorjaar weg was. En die was ook nog eens heel goed."
Toch was er enige onzekerheid bij de Tourstart in Bilbao. "Maar ik ben tevreden tot nu toe. Het gaat per dag beter. Ik denk ook dat ik alleen maar sterker ga zijn en vrees de laatste week van de Tour niet. Zegt Jonas dat de Alpen hem beter liggen? Ik word elk jaar beter op de langere beklimmingen. Dus we gaan het zien wie er het meest van de Alpen houdt."
Zijn optreden oogt minder spectaculair dan eerdere jaren toen hij nog wel eens doldrieste aanvalspogingen deed. "Maar ik ben nu meer ervaren. Het is leuk om te winnen na een solo van 50 kilometer, maar de Tour duurt drie weken. Je moet niet met je krachten smijten en vooral met het hoofd rijden."
Met het hoofd rijden wil hij ook in de soms gevaarlijke afdalingen. Vorige week ging zijn vriendin Urska Zigart zwaar onderuit in de Giro Donne. "Het gaat gelukkig al een stuk beter met haar. Ze heeft alweer gefietst. Het doet me wel nadenken als we met 90 kilometer per uur naar beneden rijden. Maar ja, het is ons beroep en we proberen respectvol te rijden. Maar het is soms chaotisch en dan denk ik zeker na haar val wel eens: is dit het allemaal waard?"