Wielerploeg Quick-Step heeft in Innsbruck bij de WK wielrennen de titel veroverd op de ploegentijdrit. Het was de vierde keer dat het Belgische team met de Nederlander Niki Terpstra de wereldtitel opeiste. De ploeg onttroonde Sunweb, dat met onder anderen Tom Dumoulin, Sam Oomen en Wilco Kelderman het zilver pakte. De van oorsprong Nederlandse ploeg, die uitkomt op een Duitse licentie, was na ruim 62 kilometer een seconde sneller dan BMC maar gaf 18 tellen toe op de winnaars.
Het is vooralsnog de laatste keer dat de tijdrit voor merkenteams op een WK werd verreden. De internationale wielrenunie UCI houdt het na zeven edities voor gezien, uit onvrede over de beperkte interesse van een aantal WorldTourteams.
Quick-Step nam het onderdeel altijd serieus. Nog onder de naam Omega Pharma - Quick-Step won de ploeg van teambaas Patrick Lefevere in 2012 in Valkenburg de eerste editie. En ook in 2013 en 2016 was de ploeg de beste. In de tussenliggende jaren was er bovendien brons en zilver. Terpstra, die na dit seizoen overstapt naar Direct Energie, was er altijd bij en is veruit de meest gelauwerde renner op de mondiale ploegentijdrit.
,,We zijn zo blij, we waren niet de topfavoriet, maar wisten wel dat we een sterke ploeg hadden met ervaring en en paar jonge getalenteerde renners'', vertelde de 27-jarige Belg Yves Lampaert. Terpstra en de Luxemburger Bob Jungels mogen als respectievelijk zeer ervaren en ervaren worden bestempeld. De Deen Kasper Asgreen (23), de Belg Laurens De Plus (23) en de Duitser Maximilian Schachmann (24) vormden de jeugdige inbreng in de ploeg die bij het eerste meetpunt (22 km) nog 13 seconden achter lag op het snel gestarte Mitchelton-Scott. Na 44 kilometer, meteen na de enige klim in het parcours, was Sunweb het snelst, al scheelde het een fractie met Quick-Step. Lampaert: ,,We raakten niet in paniek na die eerste meting en zijn hard die berg opgereden. Maar het verschil hebben we in het laatste stuk gemaakt.''