Wielrenner Primoz Roglic heeft zijn favorietenstatus helemaal waargemaakt in de vierde etappe van de Tour de France. De Sloveense kopman van de Nederlandse ploeg rondde in een sprint bergop op de 7 kilometer lange slotklim naar Orcières-Merlette het werk van zijn ploeggenoten vakkundig af.
Roglic deelde met de ritzege een tikje uit aan de concurrentie. Hij finishte voor concurrenten Julian Alaphilippe (vijfde) en Egan Bernal (zevende) en liep door de bonificatie tien seconden in op de gele trui. Alaphilippe heeft nog maar 7 seconden voorsprong op Roglic, die nu derde staat. De Brit Adam Yates blijft tweede op 4 seconden.
Jumbo-Visma bepaalde in de laatste kilometers het tempo in de voorste groep en liet niemand wegspringen door het hoge tempo van Wout van Aert en Sepp Kuss. De Fransman Guillaume Martin probeerde het in de laatste kilometer, maar Roglic counterde die versnelling op het eerste oog eenvoudig. Alleen Roglic' landgenoot Tadej Pogacar kwam in de laatste meters nog dichtbij.
Roglic prees na afloop het werk van de ploeg. "Het was een snelle en lastige etappe. De jongens hebben me altijd in een goede positie gehouden. Iedereen was ijzersterk", zei de Sloveen, die na ritzeges in 2017 en 2018 zijn derde etappezege boekte in de Tour. "Op het einde kon ik een mooie sprint afleveren. Daar ben ik heel erg blij mee. We zijn allemaal veilig aangekomen en we winnen. Op deze weg moeten we doorgaan."
De 30-jarige Sloveen was in het Critérium du Dauphiné hard ten val gekomen, maar lijkt hersteld van zijn verwondingen. "Ik voel me iedere dag beter worden", zei hij daarover. "In de tweede etappe voelde ik al dat het eigenlijk wel goed zit."
Tom Dumoulin, die als elfde finishte en geen tijd verloor op de ritwinnaar en de andere klassementsrenners, was blij voor zijn ploeggenoot. "Het is een fantastische dag voor de ploeg. Primoz toont zijn klasse wederom. Het team was ongelooflijk sterk vandaag. Dat zag je wel aan Wout en Sepp", zei Dumoulin over zijn twee ploeggenoten die het tempo hoog hielden op de slotklim.