De Sloveense wielrenner Primoz Roglic heeft in Parijs-Nice de zevende etappe gewonnen, met de aankomst op de Col de Turini. De leider in het algemeen klassement sprong op 200 meter van de streep weg bij zijn vier concurrenten. Op de voorlaatste dag van de Franse etappekoers kreeg de kopman van Jumbo-Visma zo de gele leiderstrui nog iets steviger om zijn schouders.
De Colombiaan Daniel Martínez eindigde als tweede, de Brit Simon Yates kwam als derde over de streep. Parijs-Nice eindigt zondag met een rit over bijna 116 kilometer, met start en finish in Nice. De renners moeten onderweg vijf heuvels over.
Roglic heeft in de laatste etappe een marge van 47 seconden met Yates. Zijn voorsprong op Martínez bedraagt 1 minuut. Vorig jaar ging Roglic na drie ritzeges ook als klassementsleider de slotrit in. Het ging toen echter mis voor de Sloveen door twee valpartijen. De Duitser Maximilian Schachmann won daardoor net als in 2020 de rittenkoers.
De zevende etappe ging over 155,5 kilometer, van Nice naar de Col de Turini. De slotklim van bijna 15 kilometer in de Alpen kende een gemiddelde stijgingspercentage van bijna 10 procent. Uit de kopgroep van aanvankelijk achttien renners bleef de Oostenrijker Gregor Mühlberger het langste vooruit. Hij werd op zo'n 6 kilometer van de finish teruggepakt door de klassementsrenners.
Roglic pareerde eerst aanvallen van de teamgenoten Adam Yates en Martínez (beiden Ineos Grenadiers) en zette daarna zelf aan. Aanvankelijk kon alleen Martínez volgen, maar op 3 kilometer van de streep kwamen Simon Yates en Nairo Quintana terug. Omdat de vier vooraan in de slotkilometer vooral naar elkaar keken, kon João Almeida ook nog aansluiten. In de sprint bergop was Roglic duidelijk de sterkste.
"Ik had de juiste benen vandaag", zei Roglic, met zijn zoontje op schoot. "Mijn grootste supporters, mijn vrouw en kind, waren hier bij me. Het was een geweldige dag."