De marathon van Rotterdam houdt ook dit jaar vast aan de vertrouwde wedstrijdformule: een brede groep van sterke hardlopers die elkaar moeten helpen aan een mooie eindtijd. ,,We zetten in op een strijd tussen gevestigde namen en opkomende talenten. Rotterdam is nog altijd een monument onder de marathons en het podium om internationaal door te breken'', zegt racemanager Marc Corstjens in aanloop naar de 38e editie op zondag.
Wedijveren met de Majors, die de absolute wereldtop aan de start kunnen krijgen, is niet aan de orde. ,,Daar hebben we het budget niet voor'', zegt directeur Mario Kadiks. ,,Ons beleid is marathonlopers zo goed mogelijk van dienst te zijn, zodat ze er met elkaar een mooie en spannende strijd van maken. En we kunnen bogen op winnaars die na hun winst in Rotterdam echte wereldtop zijn geworden, zoals Eliud Kipchoge en Patrick Makau.''
De weersverwachtingen zijn goed voor zondag, dus racemanager Corstjens laat de eerste groep, met daarin liefst tien kandidaten voor de winst, vertrekken op een stevig tempo. De beoogde doorkomst halverwege is 62.30 minuten. ,,We hebben met Getu Feleke, Mule Wasihun, Laban Korirr, Abera Kuma en Festus Talam atleten in de groep die erop gebrand zijn een persoonlijk record te lopen. En de debutanten in de groep met favorieten hebben recent een halve marathon onder het uur volbracht, dus zij kunnen voor een verrassing zorgen.''
Feleke is op papier de snelste, met een beste tijd van 2.04.50. Die liep de Ethiopiër in 2012 in Rotterdam, toen hij als tweede finishte. Het parcoursrecord op de 42,195 kilometer door de Maasstad staat sinds 2009 op naam van de Keniaan Duncan Kibet: 2.04.27.