De cijfers spreken niet in het voordeel van het Nederlands vrouwenhandbalteam voor de confrontatie vrijdag met Rusland in de halve finales van het WK in Japan. Van de 42 interlands die beide ploegen sinds 1965 speelden, wonnen de Russinnen er 32. Zeven keer wist Oranje te winnen, drie keer rolde er een gelijkspel uit.
De laatste serieuze ontmoeting was op de Olympische Spelen in Rio 2016. Nederland verloor toen in de groepsfase van de latere olympisch kampioen (34-38).
Memorabel is de zege van Nederland in de play-off voor het WK van 2013. Oranje versloeg op vijandige bodem Rusland met 33-21 en plaatste zich voor de eindronde. Lois Abbingh scoorde toen zeven keer. "Die wedstrijd was een keerpunt, omdat wij toen voor het eerst wonnen van een groot handballand. Het was het begin van onze weg naar de wereldtop", aldus de topschutter van Oranje.
De Nederlandse handbalsters staan voor de zesde keer op rij in de halve finales van een groot kampioenschap. Vier keer won de ploeg een medaille (zilver WK 2015, zilver EK 2016, brons WK 2017, brons EK 2018).