N’ketia Seedo is opgeleefd. De pas 18-jarige atlete heeft zich terug geknokt naar de Nederlandse top na lang blessureleed en trekt eindelijk weer sprintjes die ergens op lijken. Met als ultieme beloning een startplek op de 60 meter bij de WK indoor in Belgrado. Ze komt vrijdag in actie in de series en mogelijk daarna in de halve finales en finale.
Seedo maakte op 16-jarige leeftijd al furore en was de snelste juniore ter wereld op de kortste sprintafstand. Ze daagde zelfs sprintvedette Dafne Schippers uit en kroonde zich tot Nederlands kampioene op de 60 meter. Een slepende enkelblessure, gevolgd door een gescheurde hamstring, betekenden een abrupt halt aan haar opmars.
"Ik heb bijna tien maanden stilgestaan. Zolang duurde het voordat ik weer voluit kon sprinten", zegt Seedo, die vervolgens ook bijna een jaar nodig had om weer op niveau te komen. "Ik trainde hard, maar ik kon in wedstrijden steeds maar niet die topsnelheid aantikken. Mijn lichaam moest er duidelijk weer inkomen en wennen. Ik denk dat het normaal is als je er zo lang uit bent geweest."
Het was best een zware periode, geeft ze toe. "Ik stond op de kaart als de ruwe diamant, als die snelle juniore en als je dan niet de tijden haalt die je hebt gelopen, ga je twijfelen aan jezelf. Ik dacht vaak: kan ik het nog wel? Ben ik een van die atleten die heel even een piekmoment heeft en daarna nooit meer zo goed wordt?"
Toch gaf ze de hoop niet op. "Mijn coach Rogier Ummels hield me steeds voor dat het goed zou komen en ook mijn moeder heeft me heel erg gesteund in die periode. Het is niet in mijn hoofd blijven zitten. Door heel veel wedstrijden te lopen en steeds weer die topsnelheid te zoeken, ben ik er weer gekomen. En dit indoorseizoen loop ik ineens weer snel; 7,25 op de 60, net boven mijn persoonlijk record."
Seedo is dan ook heel blij dat ze vrijdag haar debuut mag maken op een groot internationaal toernooi. "Het is de bedoeling dat ik ga pieken, maar ik weet niet hoe ver ik kan komen. Ik heb me niet zo met de ranglijsten beziggehouden en ben tevreden als ik mijn beste tijd ooit loop, maar zou het zeker jammer vinden als ik de halve finales niet haal."
Ze moet het hebben van haar start. "Ik ben explosief en kan echt uit het startblok knallen. Vroeger liep ik dan als een blinde door, maar tegenwoordig ben ik wat bewuster van wat ik doe. Ik werk vooral aan het middenstuk; heupen hoog houden en goed door blijven lopen."