Patrick Roest heeft de eerste 5000 meter in de wereldbeker op zijn naam geschreven. Na een spannende race tegen zijn concurrent Davide Ghiotto uit Italië was Roest de snelste in een baanrecord van 6.10,99. Ghiotto werd tweede, Sander Eitrem uit Noorwegen pakte het brons.
Roest zag Ghiotto in het begin van de race ver wegrijden. De Italiaanse wereldkampioen op de 10 kilometer nam een forse voorsprong en Roest kon pas met een versnelling in het tweede deel van de race weer dichterbij komen. Met zijn laatste twee ronden onder de 29 seconden passeerde hij de Italiaan en bleef hem ook met een laatste buitenbocht voor.
Roest dook bovendien onder het baanrecord van 6.13,01, dat hij in 2018 had gereden. Ghiotto moest met 6.12,90 genoegen nemen met de tweede plaats. Eitrem had eerder 6.13,80 gereden.
De andere drie Nederlandse schaatsers konden zich niet mengen in de strijd om de medailles. Jesse Speijers kwam bij zijn debuut in de wereldbeker tot een tijd van 6.23,71. Daarmee werd hij elfde. Marcel Bosker zat daar met 6.23,87 vlak achter en Chris Huizinga werd dertiende met 6.24,98. Opvallend was ook de deelname van Jordan Stolz. De wereldkampioen op de 500, 1000 en 1500 meter, werd eerder zondag nog derde op de 500 meter en reed daarna de 5000 meter in 6.25,44, goed voor de veertiende tijd.
"Ik had bedacht om rustig te beginnen", zei Roest bij de NOS. "Het is zwaar ijs en ik wilde me de eerste vijf rondjes sparen. Ghiotto ging als een raket van start. Ik hield me vier rondjes rustig en probeerde daarna het gat te dichten." Roest hield daarmee vast aan zijn plan. "Je moet vertrouwen houden dat je aan kan gaan, ook al ben je bang of je het vol kan houden", zei hij over zijn versnelling halverwege de race. "Gelukkig waren de benen goed genoeg."
Roest reed uiteindelijk sneller dan zijn winst op het kwalificatietoernooi in Thialf in 6.11,40. "Mijn vorm toen was heel goed. Ik had niet gedacht dat ik hier sneller zou gaan dan in Heerenveen. Op de 1500 meter zaterdag ging de race minder makkelijk, vandaag voelde het beter."