Jutta Leerdam heeft bij de wereldbekerwedstrijd in Stavanger weer de zege gepakt op de 1000 meter. De regerend wereldkampioene was met 1.15,26 de snelste en herstelde zich daarmee van de wedstrijd twee weken geleden waar ze als derde eindigde. Achter de 24-jarige Zuid-Hollandse werd Miho Takagi uit Japan tweede en Antoinette Rijpma-De Jong derde.
De schaatsster wist in Beijing voor het eerst na achttien starts niet te winnen. Ze werd verslagen door Takagi, die haar op dezelfde baan bij de Olympische Spelen van 2022 ook te snel af was. Ook de Amerikaanse Kimi Goetz was in Beijing sneller dan de regerend wereldkampioene.
Leerdam moest in de laatste rit tegen Mei Han uit China. Ze passeerde de Chinese op de kruising van de eerste ronde al en had met 27,15 verreweg de snelste eerste ronde. Leerdam hield haar voorsprong op het schema van Takagi vast en was met 1.15,26 opnieuw de beste.
Antoinette Rijpma-De Jong kwam in de rit ervoor dankzij een goede slotronde tot een tijd van 1.15,74. Ze versloeg de Amerikaanse Brittany Bowe en eindigde als derde.
Takagi had in de achtste Goetz verslagen. Leerdam dook daarna echter onder de tijd van 1.15,52 van de Japanse. Goetz kwam tot 1.15,88. Ze was daarmee langzamer dan Rijpma-De Jong en miste het podium met een vierde plaats.
In de B-groep eerder op de dag zette Femke Kok de beste tijd neer. De wereldkampioene op de 500 meter was met 1.16,83 de snelste. Kok had zich twee weken eerder afgemeld voor de 1000 meter in Beijing wegens ziekte. In Japan was ze nog als vierde geëindigd in de A-groep. Marrit Fledderus werd met 1.17,47 net vierde. Helga Drost zette met 1.18,07 de vijfde tijd op de klok.