Schaatsster Irene Schouten heeft zich hersteld van haar mispeer vorige week in de wereldbeker, met een duidelijke overwinning op de 5000 meter in Calgary. De drievoudig olympisch kampioene won de langste afstand op het Canadese ijs in 6.48,06. Ze was bijna 5 seconden sneller dan de Noorse Ragne Wiklund, die 6.52,86 noteerde en daarmee tweede werd.
Een week geleden eindigde Schouten op hetzelfde ijs in Calgary slechts als zevende op de 3000 meter. Ze weet toen haar matige optreden aan een verkeerde voorbereiding. Nu was ze in haar rit tegen landgenote Joy Beune ouderwets op dreef. Ze versnelde tegen het einde van de race en zette Beune op grote achterstand. Beune reed wel een persoonlijk record van 6.58,00 en werd daar nog vierde mee. De Canadese Ivanie Blondin was nog net wat sneller en zette de derde tijd neer: 6.54,81. Merel Conijn werd achtste in 7.04,77.
Schouten, genomineerd voor Sportvrouw van het Jaar, toonde aan de finish een gulle lach. "Ik kan het nog he", zei ze bij de NOS. "Ik was toch wat onzeker over wat ik kon, ook al gingen de trainingen goed en voelde ik me fit. Maar dat slechte optreden van vorige week speelde nog in mijn hoofd mee. Ik ben puur op gevoel gaan schaatsen en dat werkte goed, zoals altijd eigenlijk."
Schouten naderde in de stand van de wereldbeker op de lange afstanden (3000 en 5000 meter) leider Wiklund. Ze staat tweede met 210 punten, 12 minder dan de Noorse stayer.