De schaatssters hebben bij de Olympische Spelen in Beijing brons gewonnen op de ploegachtervolging. In de strijd om de derde plek versloegen Ireen Wüst, Marijke Groenewoud en Irene Schouten de Russinnen met ruim verschil.
Het Nederlands team had eerder de halve finale verloren van Canada dat goed in formatie schaatste. Wüst, Antoinette de Jong en Schouten hadden moeite om dicht achter elkaar te blijven rijden en waren toen bijna een seconde langzamer. Tegen de Russinnen kwamen ze tot 2.56,86 en waren ze bijna twee seconden sneller.
Nederland wist op het ploegonderdeel dat wordt verreden sinds de Olympische Spelen van Turijn in 2006 slechts één keer goud te halen bij de mannen en vrouwen. Beide teams veroverden de olympische titel bij de Spelen van Sotsji in 2014. Op de Spelen van Pyeongchang vier jaar geleden moesten de schaatssters genoegen nemen met zilver.
Bondscoach Jan Coopmans was de halve finale nog met exact dezelfde opstelling gestart als in de teleurstellend verlopen kwartfinale van zaterdag. Voor de strijd om het brons selecteerde hij Groenewoud ten faveure van De Jong, die tegen Canada zichtbaar moeite had het tempo te volgen.
Met de regerend wereldkampioene op de massastart in de ploeg hield Oranje het tempo in het begin beter vast. De kleine voorsprong na de snelle start van Wüst, waarbij Schouten en Groenewoud even moeite moesten doen om aan te sluiten, wisten de schaatssters vast te houden. De laatste rondjes met de tweevoudig kampioene Schouten op kop, gaven de schaatssters iets van de marge weg, maar kwam het brons niet meer in gevaar.
Voor Wüst is het haar dertiende olympische medaille. De 35-jarige schaatsster won eerder op deze Spelen op de 1500 meter haar zesde goud. Ook heeft ze vijf zilveren medailles en nu twee keer brons. Schouten haalt haar derde medaille op deze Spelen. Ze won eerder goud op de 3000 en 5000 meter. Voor Groenewoud is het haar eerste medaille