Schoonspringster Celine van Duijn heeft de olympische finale op de 10-metertoren afgesloten op de tiende plaats. De 28-jarige Amersfoortse kwam met haar vijf sprongen in het Tokyo Aquatics Centre tot een totaal van 287,70 punten. Het leverde haar twee opgestoken duimen en een omhelzing van bondscoach Edwin Jongejans op.
Het goud ging naar de pas 14-jarige Quan Hongchan uit China. Zij kreeg in totaal 466,20 punten. Volgens de zeven juryleden waren de tweede en vierde sprong van het Chinese meisje perfect. Hongchan kreeg in beide gevallen zeven keer een 10. Haar landgenote Chen Yuxi, slechts 1 jaar ouder, pakte het zilver op de toren met 425,40 punten. De 15-jarige Yuxi had eerder in Tokio al goud gepakt in het synchroonspringen vanaf de toren met Zhang Jiaqi (17). Het brons in de individuele wedstrijd ging naar de Australische Melissa Wu (371,40).
Van Duijn had zich met een puntentotaal van 306,45 als tiende geplaatst voor de finale met de beste twaalf schoonspringsters. "Een medaille gaat me zeker niet lukken, daar spring ik niet goed genoeg voor", zei ze na de halve finale. "Ik ga voor vijf stabiele sprongen, want dat is de sleutel. En of ik nou twaalfde of achtste word, maakt me niet uit. Ik denk dat het al een hele prestatie is dat ik in de olympische finale sta."
De Europees kampioene van 2018 was een dag eerder in de voorronde uitgekomen op de elfde plaats met 306,80 punten. Haar trainingsgenoot Inge Jansen bereikte vorige week al de olympische finale op de 3-meterplank, waarop ze vijfde werd. Ook op die plank ging het goud naar een Chinese schoonspringster, Shi Tingmao.