Irene Schouten heeft haar tweede gouden medaille behaald op de Olympische Spelen. De 29-jarige Noord-Hollandse won de 5000 meter in de National Speed Skating Oval in een tijd van 6.43,51. De regerend wereldkampioene op de langste vrouwenafstand bleef in de schaatshal in Beijing Isabelle Weidemann uit Canada en Martina Sablikova uit Tsjechië overtuigend voor.
Schouten won afgelopen zaterdag olympisch goud op de 3000 meter. Dat was haar eerste olympisch goud. Bij de Spelen van Pyeongchang in 2018 pakte ze brons op de massastart.
Sanne in 't Hof kwam in de derde rit tot een tijd van 6.59,77. De 24-jarige schaatsster moest haar meerdere erkennen in wereldrecordhoudster Natalia Voronina (6.56,99). Van 't Hof werd zevende.
Schouten wist dat ze in de slotrit sneller moest dan de 6.48,18 van Weidemann. De Canadese, die brons had gepakt op de 3000 meter, was met een licht oplopend schema onder de 6.50,09 van Sablikova, de tweevoudig olympisch kampioene op de 5000 meter, gedoken.
Net als op de 3000 meter reed Schouten tegen Francesca Lollobrigida. Ze moest in het begin van de race mee in het tempo van de Italiaanse, die hard van start ging. Na vier volle ronden ging ze Lollobrigida voorbij en versnelde naar rondjes in de 31 seconden. Per ronde nam ze vervolgens steeds meer afstand van de tussentijden van Weidemann om met een olympisch record van 6.43,51 de oude toptijd van Claudia Pechstein van de Spelen van 2002 uit de boeken te rijden.
Schouten is pas de derde Nederlandse schaatsster die de 5000 meter weet te winnen. Yvonne van Gennip was de eerste bij de Spelen van 1988 in Calgary. Esmee Visser won de afstand verrassend vier jaar geleden in Pyeongchang. De titelverdedigster wist zich niet te kwalificeren voor deze Spelen.