Shorttracker Sjinkie Knegt denkt dat hij nu beter is dan de 'oude Sjinkie'. Dat zegt de 32-jarige Fries een dag voor de start van de Olympische Spelen van Beijing. "Ik heb me de afgelopen vier jaar niet zo gevoeld als dat ik me nu op het ijs voel."
Knegt doet in China voor de vierde keer mee aan de Spelen en voelt zich relaxed. Met Suzanne Schulting momenteel als het boegbeeld van het shorttrack, ligt er voor Knegt gevoelsmatig minder druk op als vier jaar geleden bij de Spelen van Pyeongchang. Hij is benieuwd of hem dat ook gaat helpen op het ijs.
De shorttracker die in Sotsji in 2014 brons veroverde en vier jaar later zilver greep, gaat nu in ieder geval voor een medaille. "Dat moet lukken toch? Ik heb daar vier kansen voor, want de twee relays tellen bij mij gewoon mee. Als ik met de relay een medaille win, ben ik ook helemaal happy." Natuurlijk wil Knegt het liefst goud, maar hij zal met minder dan goud niet zo teleurgesteld zijn als vier jaar geleden, zegt hij.
Knegt heeft naar eigen zeggen een enorme stap vooruit gemaakt in de afgelopen acht weken. "Waar ik eerst niet de snelste was in de trainingen, merk ik dat ik nu de snelste ben en de jongens een slag voor ben. De laatste wereldbekerwedstrijd in Dordrecht afgelopen najaar ging al goed en ik heb daarna geen dipje meer gehad. Ik merk dat ik elke dag fitter word. Niet zoals vier jaar geleden toen de bloedvorm tijdens de Spelen eigenlijk al een beetje weg was."
Op de documentaire 'Sjinkie: Spelen met Vuur', over zijn ernstige ongeluk en de lange weg daarna, heeft Knegt alleen maar positieve reacties gekregen, al schrok hij zelf ook wel toen hij sommige beelden terugzag. "Ik had het natuurlijk zelf nooit zo teruggezien. Ik vertelde er soms over op een manier dat het wel meeviel, maar uiteindelijk was het toch best wel heftig. Ik wist het wel, maar als je het weer hoort van artsen... Ik ben heel blij dat ik weer in staat ben om mee te doen voor de prijzen. Dat is iets waar ik trots op kan zijn en waar ik ook opgelucht over ben."