Sjinkie Knegt heeft geen idee wat hij komend weekeinde bij de Europese kampioenschappen shorttrack van zichzelf mag verwachten. De 31-jarige Fries liep twee jaar geleden bij een brand ernstige verwondingen op en stond lange tijd aan de kant. Vanwege het coronavirus stonden de afgelopen periode geen internationale wedstrijden op het programma. "Ik heb ruim twee jaar geen grote wedstrijden gereden. Het spelletje begrijp ik natuurlijk wel, maar het wordt de grootste uitdaging om te kijken wat ik nog waard ben."
Knegt verwacht in Polen een toernooi vol verrassingen. Hij vindt het niet alleen lastig om te zeggen waar hij zelf staat, ook zijn concurrenten heeft hij al een tijdje niet gezien. "Er zullen waarschijnlijk ook jongens opstaan waar nog niemand van heeft gehoord. Shorttrackers die in anderhalf jaar tijd een grote stap hebben kunnen maken en waar niemand rekening mee houdt."
Drie maanden geleden toonde Knegt zich nog kritisch in aanloop naar de International Invitation Cup in Heerenveen. Hij vond het vanwege de situatie rond het coronavirus niet verantwoord een internationale wedstrijd te schaatsen. Nu is de situatie anders. "We zitten in principe de hele dag in het hotel. Al het eten wordt netjes naar onze kamers gebracht. We mogen wel naar buiten, maar dan moeten we binnen het hek blijven dat om ons hotel staat. Maar dat doe ik eigenlijk niet zo vaak. Ik zie het niet zo zitten om door een halve meter sneeuw heen te banjeren."
Knegt moest begin januari bij de NK genoegen nemen met de vierde plek. De routinier veroverde op de 500 en 1000 meter weliswaar podiumplekken (tweede en derde), maar liet het afweten op de 1500 meter (21e). Knegt werd toch aangewezen voor de EK. "Ik had wel wat berekeningen gemaakt waarop ik kon baseren dat ik zou mogen rijden", aldus Knegt. "De snelheid zat al goed, maar ik wilde wel wat langer hard kunnen blijven schaatsen. Dat gaat steeds beter."