De Italiaanse skiester Sofia Goggia heeft met een gebroken hand de afdaling voor de wereldbeker in Sankt Moritz gewonnen. De olympisch kampioene van Pyeongchang 2018 op de afdaling moest vrijdag in het ziekenhuis van Milaan een operatie ondergaan aan haar linkerhand, waarin ze twee middenhandsbeentjes had gebroken. Een dag later ging ze met een ingepakte hand als snelste naar beneden op de Zwitserse piste.
"Het deed voor de start veel pijn, maar ik wist dat ik snel naar beneden kon skiën", zei Goggia, die haar skistok had laten vastplakken aan haar linkerhandschoen. "Het was genoeg voor de winst. Ik moet iedereen bedanken die me heeft geholpen."
De 30-jarige Italiaanse brak twee botjes in haar hand toen ze tijdens de afdaling van vrijdag een paaltje raakte. Goggia eindigde desondanks toen als tweede in de wereldbekerwedstrijd, achter haar landgenote Elena Curtoni. Die afdaling werd afgewerkt in de mist en terwijl het sneeuwde. Zaterdag waren de omstandigheden een stuk beter.
Goggia liep begin dit jaar, kort voor de Winterspelen van Beijing, een kruisbandblessure en een kuitbeenbreuk op. Desondanks deed de Italiaanse in China wel mee aan de afdaling. De titelverdedigster pakte ondanks haar fysieke problemen zilver achter de Zwitserse Corinne Suter. "Soms lijkt mijn leven wel een film", zei Goggia zaterdag in Sankt Moritz, nadat ze met een busje op en neer was gereden naar het ziekenhuis van Milaan voor een operatie. Een halve dag later boekte ze ondanks de pijn haar twintigste wereldbekerzege.