De Nederlandse hockeyers zijn de finaleronde van de Hockey World League slecht begonnen. Spanje was in het Indiase Bhubaneswar met 3-2 te sterk voor de ploeg van bondscoach Max Caldas. Bij het gewonnen EK van afgelopen zomer had Nederland nog met 7-1 van Spanje gewonnen.
De Spanjaarden kwamen in het eerste kwart op voorsprong: routinier Pau Quemada schoot raak uit een strafcorner. Tot de pauze bleef die stand ongewijzigd, maar in het derde kwart was het snel raak voor Spanje via Enrique Gonzalez. Oranje reageerde dan toch. De Spaanse doelman Guico Cortes keerde een strafcorner, maar was kansloos op de rebound van Lars Balk die zijn eerste doelpunt als international maakte. Niet veel later vergrootte Diego Arana de marge weer naar twee door de bal van dichtbij door de benen van doelman Pirmin Blaak in het doel te tikken.
Mirco Pruyser maakte er vijf minuten voor tijd nog 3-2 van maar verder kwam Oranje, dat vier jaar geleden de eerste editie van de World League won, niet.
Nederland miste aanvoerder Mink van der Weerden, die tijdens de warming-up door zijn enkel was gegaan. ,,Het voelde niet goed genoeg om te spelen'', legde Caldas voor de camera van hockey.nl uit. De bondscoach was niet geschrokken van het niveau van zijn ploeg. ,,Het is onze eerste wedstrijd samen sinds het EK, ik wist dat het moeilijk zou worden. Als je zo lang niet samen hebt gespeeld op dit niveau mis je wedstrijdritme.''
In dezelfde groep won eerder op de dag België met 3-2 van Argentinië. Het was een herhaling van de olympische finale van 2016, toen wonnen de Argentijnen.
Oranje speelt zondag tegen Argentinië. Dinsdag volgt het duel met de Belgen. Alle ploegen stoten door naar de kwartfinales.