De Nederlandse sprinter Taymir Burnet heeft zich op de Olympische Spelen in Tokio niet kunnen plaatsen voor de finale van de 200 meter. De 28-jarige atleet van Curaçao strandde in de halve finales door in zijn heat als achtste en laatste te finishen in een tijd van 20,90.
De finale halen was voor de Nederlander bijna een onmogelijke opgave. In de series liep hij de 23e tijd en in het veld van topsprinters uit onder meer de Verenigde Staten en Canada sneeuwde Burnet onder. In de series liep hij nog een beste seizoenstijd van 20,60. In de finale kwam hij daar niet aan.
"Mijn lichaam zei nee vanavond. Ik had een beetje kramp hier en daar en kon mijn snelheid niet vasthouden op het rechte stuk", zei Burnet na zijn race. "Ik liep weer in baan 2. Toen ik dat hoorde voor de wedstrijd was ik best chagrijnig. Ik hou niet van die krappe bocht, dan moet ik te hard werken."
Burnet was niettemin toch best tevreden. "Ik heb geen geweldige opbouw gehad dit seizoen met blessures en een botsing op de training. Ik liep daardoor een knieblessure op en kreeg de laatste twee weken veel fysio. Ondanks dat haal ik toch de halve finales van de Olympische Spelen. Nu ga ik me voorbereiden op de estafette. Dan kan ik nog revanche nemen."
Burnet behoort al enkele jaren tot de beste sprinters in Nederland, maar hij wacht nog op individueel succes. Hij won op het EK in 2018 wel brons met de estafetteploeg op de 4x100 meter. De sprinter haalde op het WK van 2019 in Doha de halve finales van de 200 meter. Hij liep toen ook zijn persoonlijk record van 20,34.
In Tokio wordt de opvolger van de Usain Bolt bekend. De Jamaicaanse sprintlegende won drie Spelen achtereen het goud op de 200 meter. De Canadees Andre de Grasse plaatste zich met een persoonlijk record van 19,73 als snelste voor de finale. De Amerikaan Kenneth Bednarek zette met 19,83 de tweede tijd neer.