Miho Takagi heeft Jutta Leerdam een zeldzame nederlaag toegebracht op de 1000 meter bij de wereldbekerwedstrijden in Beijing. De 29-jarige olympisch kampioene uit Japan was op de olympische baan in de Chinese hoofdstad Beijing met 1.14,44 sneller dan de regerend wereldkampioene. Ook de Amerikaanse Kimi Goetz was sneller waardoor Leerdam brons pakte.
Het was voor Leerdam de eerste nederlaag op de 1000 meter sinds de Spelen van Beijing in 2022. Toen was Takagi ook sneller. Leerdam die vorige week nog won in Obihiro kwam tot 1.14,88.
Leerdam bleef vorig seizoen ongeslagen op de 1000 meter. Ze won alle zes de wereldbekerwedstrijden, de 1000 meters bij de EK sprint en nationale kampioenschappen en veroverde aan het einde van het seizoen voor de tweede keer in haar carrière de wereldtitel op de kilometer. Ook dit seizoen was ze nog niet verslagen op de kilometer, waardoor ze achttien keer op rij had gewonnen.
"Het is wat het is", zei Leerdam bij de NOS. "Het is jammer dat ik niet de negentiende overwinning op rij kan behalen, maar het is ook niet te doen om het hele seizoen met het mes op de keel Worldcups te rijden omdat ik moet winnen. Ik kan veel beter dan dit en ga dat ook laten zien aan het einde van het seizoen."
De 24-jarige Zuid-Hollandse vertelde vorige week in Japan dat ze er niet helemaal met haar hoofd bij was door familieomstandigheden. "Ik probeer me te focussen en me af te sluiten. Ik voel me niet helemaal top. Daarnaast ga ik op deze baan en op dit ijs niet zo lekker."
Antoinette Rijpma-de Jong kwam in de tweede rit tot 1.15,67. Daarmee werd ze vijfde en verbeterde ze zich aanzienlijk in vergelijking met een week eerder in Obihiro. Toen was de 28-jarige Friezin bijna 2 seconden langzamer en eindigde ze slechts als zestiende.
Femke Kok en Marrit Fledderus hadden zich afgemeld voor de 1000 meter. In de B-groep werd Naomi Verkerk vierde in 1.17,57. Helga Drost reed de zesde tijd met 1.17,94.