De Nederlandse teamsprinters hebben hun wereldtitel terug. Roy van den Berg, Harrie Lavreysen en Jeffrey Hoogland versloegen op de WK baanwielrennen in Glasgow het team van Australië. Na vier wereldtitels op rij was het dat land dat de Nederlanders vorig jaar onttroonde.
Zowel in de kwalificaties als in de eerste ronde waren de olympisch kampioenen van Tokio al iedereen te snel af. In de finale was het spannend. Met een tijd van 41,647 bleven de Nederlanders hun rivalen net voor. Het verschil was 0,035 seconde.
Nederland was donderdag veruit de snelste in de kwalificaties met een tijd van 42,046. Daarmee waren ze bijna een halve seconde sneller dan de Australiërs, die toen Matthew Richardson nog aan de kant hielden. Die was er vrijdag wel bij en bijna leverde dat succes op tegen het team dat sinds 2018 vrijwel onaantastbaar was met olympisch goud in Tokio als logisch gevolg.
Vorig jaar haperde de 'bullet train', zoals ze zich op sociale media presenteren. Een blessure van Van den Berg, de starter, had een goede voorbereiding gedwarsboomd. Australië troefde de Nederlanders in de finale af. "We hadden de laatste vier weken voor dat toernooi geen starts meer gedaan samen met Roy", vertelde Lavreysen, die zelf wel voor de vierde keer op rij de wereldtitel sprint veroverde en ook op het onderdeel keirin de beste was.
Van den Berg had het er moeilijk mee, noemde zichzelf de "zwakste schakel" en vreesde dat zijn rugklachten blijvend zouden zijn. Donderdag na de kwalificaties vertelde hij over zijn diepe dalen en zijn uiteindelijke herstel, dankbaar naar zijn begeleiders en zijn gezin, die soms een wat afwezige huisgenoot hadden gehad. "Ik wil nog zo graag, ik weet dat er nog wat moois inzit", doelde hij al op de Spelen van Parijs.
Het toernooi in Glasgow, onderdeel van de WK voor vrijwel alle fietsdisciplines, is een tussenstation, een moment ook om te testen of de voorbereiding kan worden gekopieerd naar volgende zomer. "We waren er wel op gebrand om hier top te zijn. Ik heb respect voor Roy, hoe hij hier heeft gepresteerd", zei Lavreysen. "Vorig jaar zat hij erdoorheen. Nu moesten Jef en ik weer aanpoten om hem bij te houden."