De Nederlandse teamsprinters hebben bij de EK baanwielrennen in Apeldoorn het goud veroverd. Roy van den Berg, Harrie Lavreysen en Jeffrey Hoogland waren in de finale ondanks een moeizame start te sterk voor het team van Groot-Brittannië: 42,151 tegen 42,822. Nederland pakte vorig jaar in Glasgow ook al de Europese titel, zoals het in 2018 en 2019 eveneens wereldkampioen werd.
Frankrijk pakte ten koste van Duitsland het brons.
Op de EK zijn punten te verdienen voor olympische kwalificatie, maar dat klassement is voor de Nederlandse teamsprinters een formaliteit. De strijd is vooral onderling met vijf serieuze kanshebbers, van wie er maar vier in Apeldoorn in actie konden komen. Net als bij de WK eerder dit jaar was Nils van 't Hoenderdaal slachtoffer van een bike-off waarin Van den Berg zich opnieuw de snelste starter toonde. Lavreysen, de wereldkampioen sprint, is in de wedstrijd over drie ronden de man die het na één ronde van Van den Berg overneemt. De derde man was in Apeldoorn afwisselend Hoogland of Matthijs Büchli. Zij rijden de volledige drie ronden.
Een bike-off is telkens weer een spannend moment, vertelde bondscoach Hugo Haak. "Maar de mannen kennen elkaar door en door van trainingen. Er is een mooie balans tussen het tegen elkaar opnemen en samenwerken. Ze hebben respect voor elkaar."
Woensdag kwamen de teamsprinters, op Van den Berg na, voor het eerst ook in wedstrijdverband uit op de nieuwe Koga-fiets, nog aerodynamischer dan het uit 2006 stammende Kimera-model. De naam van de fiets, waarvan momenteel nog maar twee exemplaren in gebruik zijn, wordt pas zaterdag onthuld. Pas bij de WK in februari in Berlijn zal de volledige baanploeg erop rijden.